HLN reporter, Kristien Bollen, liep twee weken lang mee in het regionaal ziekenhuis Tienen: “Stikkapot voel ik me, maar het personeel... Dat blijft glimlachen”

“Moe, op, stikkapot. Zo voel ik me na twee weken meelopen. En dan heb ik eigenlijk nog niet eens gewerkt, maar gewoon wat ‘meegelopen’ met de mensen die zich dag in dag uit inzetten voor hun patiënten.” Onze reporter Kristien Bollen mocht binnenkijken in het regionaal ziekenhuis Heilig Hart Tienen. Ze pende de verhalen neer van verplegend en ondersteunend personeel, artsen en coaches. “Ja, zij zitten op hun tandvlees. Ik heb kunnen aanschouwen dat dat geen half grammetje overdreven is”, schrijft ze over haar eigen ervaringen. “Maar de glimlach op hun gezichten, die blijft me vooral bij.

Ik geef het toe... Toen ik aan deze opdracht begon, voelde ik me toch een klein beetje een ‘kamikaze’... Wie gaat er nu voor zijn plezier naar een ziekenhuis terwijl er een pandemie heerst?! Maar mijn journalistieke nieuwsgierigheid haalde de bovenhand. Stephan Swartenbroeck, hoofdverpleegkundige op de afdeling medische beeldvorming, stelde me meteen op mijn gemak. Die twee weken heb ik me veel veiliger gevoeld dan tijdens een van mijn wekelijkse vluchtige bezoekjes aan de supermarkt voor hoognodige inkopen. Nog iets ongelooflijks hier in het ziekenhuis: van de keuken tot de intensieve zorgen, stuk voor stuk cijfert het personeel zich weg om te zorgen voor hun patiënten. De samenhorigheid is hier groot. Telkens weer kreeg ik te horen: “Ik doe die niet alleen”, en werd vervolgens spontaan aan alle collega’s van de afdeling voorgesteld.

Hoofdverpleegkundige medische beeldvorming Stephan, poetshulp Saskia en patiënt Carlos.

Hoofdverpleegkundige medische beeldvorming Stephan, poetshulp Saskia en patiënt Carlos. © Bollen

Maar hoe hard Stephan Swartenbroeck me vanaf de eerste seconde het gevoel gaf dat ik in een veilige haven was, zo schudde hij me ook meteen wakker. Hij toonde me beelden van door Covid-19 ernstig aangetaste longen. Zelfs ik als leek zag overduidelijk de impact en het verschil met een ‘gewone’ longontsteking. Toch veroorzaakt niet alleen corona drama’s. En ook daarmee worden Stephan en zijn team geconfronteerd. Veel mensen stellen hun raadpleging uit, omdat ze bang zijn om naar het ziekenhuis te moeten en daar besmet te geraken. Het aantal uitgezaaide en kwaadaardige tumoren die ze op de afdeling medische beeldvorming dagelijks te zien krijgen, is dan ook frappant. Tijdens ons gesprek denk ik aan het voorschrift voor mijn jaarlijkse mammografie die sinds het voorjaar thuis aan de koelkast hangt, maar zeg niets... ‘s Anderendaags neem ik het papiertje mee en maak de afspraak. Stephan heeft dus toch één iemand kunnen overtuigen, al hoop ik dat het er véél meer mogen zijn.

Zonder morren

Werken op een Covid-afdeling is geen lachertje. Zelfs niet voor de poetshulpen. Saskia vertelde me, net als haar collega’s, dat ze na een uurtje of drie-vier poetsen op zo’n afdeling barstende hoofdpijn krijgt door het speciale pak en de indringende chloordampen van de poetsproducten. Ik denk niet dat er velen van ons nog maar zouden beginnen te werken als ze weten dat we steevast barstende hoofdpijn krijgen... Maar al deze “Saskia’s” hier doen dat wél; zonder morren en nog met de glimlach ook.

Hoe zou het zijn met de Covid-patiënt Carlos Ameye, de 76-jarige man uit Kumtich die ik sprak toen hij al een weekje in het ziekenhuis was? De man was aan de beterhand, maar wist ook dat de natuur soms onvoorspelbaar kan zijn. Carlos’ bezorgdheid om de andere patiënten trof me. Hoewel hij die helemaal niet kende, hoopte hij dat het met hen beter ging, dan met hemzelf. Carlos mocht gelukkig al na tien dagen het ziekenhuis verlaten. Hij had geluk, de meeste andere covidpatiënten blijven hier toch twee à drie weken, soms nog langer, áls ze naar huis kunnen.

Diensthoofd veiligheid en bewaking Ann, hoofdverpleegkundige intensieve zorgen Geert, en algemeen directeur Hans.

Diensthoofd veiligheid en bewaking Ann, hoofdverpleegkundige intensieve zorgen Geert, en algemeen directeur Hans. © Bollen

Ook achter de schermen wordt er bijzonder hard gewerkt. Zorgmanager Sonja Krawinckel heeft de taak om elke dag haar personeels- en materiaalpuzzel te leggen. Zonder morren past iedereen zich aan. Aan de achterzijde van het ziekenhuis zie ik nog steeds enkele afvalcontainers in quarantaine staan, voor minstens 72 uur. Zelfs voor Ann Eyletten, diensthoofd veiligheid en bewaking, schoonmaak en extern transport en haar team is niets meer zoals voorheen, een vuilniszak buitenzetten of de was doen: allemaal vraagt het extra handelingen en voorzichtigheid met weerom beschermpakken aan. Hoe zou het trouwens zijn met de nachtwachter die een man zag sterven van verdriet, omdat hij niet bij zijn echtgenote kon zijn die op spoed lag en later die nacht overleed ? Zulke menselijke drama’s krijgen ook zij te verwerken.

Van iedereen met wie ik een dag op stap was, maakte ik niet alleen foto’s op de werkvloer. Telkens nam ik hen ook mee naar buiten, om voor het ziekenhuis - op veilige afstand - even hun mondmasker af te zetten. Zo kon ik hun gezichten zien, en hun glimlach. Want ondanks de enorme druk houden zij de moed erin en zetten ze door. Bij één persoon lukte het me niet om een glimlach op zijn gezicht te krijgen, hoofdverpleegkundige intensieve zorgen Geert Borgers. Ik begrijp nu helaas helemaal waarom. Tijdens mijn eerste bezoek aan intensieve zorgen, waren er vier covidpatiënten opgenomen. Niemand van hen lag in een kunstmatige coma, en ook de beademingsmachine stond werkloos naast hun bed. Sterker, enkelen van hen keken zelfs wat televisie. Alles onder controle, dacht ik. Toen ik nog geen 24 uur later op dezelfde afdeling kwam, was plots één van de vier kamers leeg. “Ah, die is naar een gewone covidafdeling verhuisd”, dacht ik. De waarheid treft me: de patiënt is helemaal niet aan de beterhand, maar al overleden.... Twee van de drie anderen liggen intussen in een kunstmatige coma en aan de beademingsmachine.

Gemis

Zo snel en hard kan het dus gaan. Dat weet ook pneumologe Anneleen Peeters, die haar drie jonge kindjes de laatste maanden weinig gezien heeft. “Natuurlijk mis ik hen”, gaf ze geëmotioneerd aan me toe. “Maar ik ben er wel voor mijn gezin, gewoon op een andere manier. We blijven steeds beschikbaar voor de patiënten, we mogen de hoop niet verliezen. De kinderen weten niet dat ik hele dagen tussen Covid-patiënten sta. Dat hoeven ze ook niet te weten.”

Algemeen directeur en tevens longarts Hans Struyven ziet licht aan het eind van de tunnel en geeft me hoop. Alleen weet ook hij niet waar en wanneer dat einde ligt. De man heeft me verbaasd. Een ziekenhuis runnen is op zich is al geen eenvoudige taak. Toch tracht hij de moed er voor alle medewerkers in te houden. Een dagje mee in de kantine staan om het personeel te trakteren op hotdogs, doet hij maar al te graag. Als longarts geeft hij ongezouten zijn eigen blik. Alle zijn hoop is gericht op een vaccin, al is hij ook voorzichtig: “Ook al kunnen we vrij snel vaccineren, in de zomer zie ik ons toch nog een mondmasker dragen. Pas als iedereen gevaccineerd is zal het anders kunnen.”

Zorgmanager Sonja, geriater Eline en Wim van de keuken.

Zorgmanager Sonja, geriater Eline en Wim van de keuken. © Bollen

Geriater Eline Van Hove loopt misschien niet elke dag tussen de covidpatiënten, toch ondervinden ook zij en haar patiënten en hun families de gevolgen van covid. Toch proberen ze uitzonderingen te maken op de bezoekregelingen, zodat de meest fragiele en kwetsbaren niet ten onder gaan aan eenzaamheid in deze moeilijke tijden.

Chocolade is op

Minder patiënten in het ziekenhuis doordat niet-dringende medische ingrepen uitgesteld worden én een gesloten cafetaria, deed me vermoeden dat het minder druk was in de keuken. Maar net op het moment dat Wim Steels en de keukenploeg hun dagtaak er op zit, gaan ze met volle moed weer aan de slag omdat er in een woonzorgcentrum enkele gemeentes verderop een deel van het keukenpersoneel besmet blijkt en het andere deel verplicht in quarantaine moet. 205 bewoners dreigen zonder maaltijden komen te zitten. Maar zij slagen erin om vanaf de ochtend nadien, ontbijt, middagmaal en avondeten te leveren en dat drie weken. Mag ikzelf nog eens even de Sint eraan herinneren dat de chocolade intussen op is?

Pneumologe Anneleen-Dries

Pneumologe Anneleen-Dries © Bollen

Hoewel de curve opnieuw een dalende lijn heeft ingezet, zijn hier de afgelopen twee weken nog achttien nieuwe covidpatiënten opgenomen. De realiteit was steeds heel nabij. Hoe ikzelf hier tegenover sta en naar de toekomst kijk? Eigenlijk heel eenvoudig: ik heb een soort van ‘gezonde angst’. Zelf ga ik niet meer langs bij familie of vrienden, en laat ze ook niet binnen. Sinds maart zit een pintje drinken of uit eten er niet meer in. Grote evenementen, festivals of vakantie: niks daarvan in 2020. Triest? Helemaal niet. Of ik al deze sociale contacten en leuke dingen niet mis ? Natuurlijk wel, wat gaat er boven een gezellige (winter-)barbecue met mensen die je lief hebt? Maar heel deze moeilijke periode wens ik niet te zien als ‘verloren’ tijd. Ik zie het liever ‘uitstel’ van tijd waarna we nadien véél hebben in te halen... De talloze knuffels, de vele pintjes aan de toog. En dan moet de moeilijkste periode nog komen: Kerstmis en Nieuwjaar.

Neen, het zal niet gebeuren dat ik op het laatste moment nog een tafel extra moet bijschuiven om onverwachte maar steeds welkome vrienden te laten aanschuiven aan het feestdis. Dit jaar gewoon mijn partner Jacques, Kopernik (de hond) en ik. Alle anderen draag ik wel in mijn hart. Die dagen haal ik waarschijnlijk afhaal; zo steun je nog de lokale horeca. Of misschien maak ik toch die traditionele kalkoen, daar kunnen we makkelijk drie dagen aan eten. Welke optie ook, minder werk in de keuken en meer tijd voor een raambezoek, klinken op het nieuwe jaar met de buren -ieder vanuit eigen tuin of deurportaal... Met de mensen van het ziekenhuis van Tienen in het achterhoofd.

Gevaccineerd en wel

Het hoeft niet steeds somber te zijn. Denk maar aan Dries Swolfs, de coach die de veerkracht van de zorgverleners op peil houdt. “Stel elke dag drie positieve en leuke dingen voorop die je die dag kan doen”, gaf hij me mee als tip. Ach, al sleur ik heel wat kilootjes te veel mee en zijn koffie en sigaretten mijn beste vrienden: ik tracht zorg te dragen voor anderen. Als we dat allemaal samen doen, komen we er wel door, echt waar. Dan kunnen we met z’n allen volgend jaar - gevaccineerd en wel - gezellig samen kerst vieren, meer dan intussen 15.000 landgenoten en hun families kunnen dat helaas niet meer, nooit meer...