Buikslagaderverwijding

Een verwijding van de buikslagader wordt ook een aneurysma genoemd. De buikslagader (aorta in de buik) heeft normaal gezien een doorsnede van ongeveer 2 cm. Bij een aneurysma is de doorsnede van de buikslagader meer dan 4 cm.

Klachten

  • Een aneurysma is een verraderlijke aandoening. Omdat er meestal weinig of geen klachten zijn, weten de meeste patiënten niet dat ze een aneurysma hebben. Een aneurysma wordt meestal toevallig ontdekt tijdens een ander onderzoek. 
  • De verwijding ontstaat vaak zeer geleidelijk en wordt langzaam groter. De snelheid waarmee een aneurysma groeit is verschillend. Soms kan in de wand van het aneurysma een scheur (ruptuur) ontstaan. Dit kan leiden tot een levensbedreigende bloeding. 
  • Wanneer het aneurysma groter wordt, neemt ook het risico op een scheur toe. Hoewel meerdere factoren een rol spelen, zoals hoge bloeddruk en longziekten, is de kans op een ruptuur zeer klein (minder dan 2% per jaar) bij een aneurysma dat kleiner is dan 5 cm. 
  • Wanneer het aneurysma van de buikslagader groter wordt dan 5 cm, neemt de kans op scheuren snel toe. In de helft van de gevallen halen patiënten na een slagaderbreuk het ziekenhuis niet en overlijden ze voortijdig. 
  • Een aneurysma kan vrijwel overal in het lichaam voorkomen. In de hoofdslagaders en hun directe vertakkingen in het hoofd en in de slagaders van de benen. Deze laatste barsten minder snel. Het aneurysma van de aorta in de buik komt het meest voor.

Oorzaken

De meeste aneurysma's ontstaan door slagaderverkalking of arteriosclerose. Bekende risicofactoren voor slagaderverkalking zijn:

  • roken
  • hoge bloeddruk (hypertensie)
  • suikerziekte (diabetes mellitus)
  • te hoog cholesterolgehalte

Vooral oudere mannen lopen meer risico omdat deze factoren bij hen meer voorkomen. Naast slagaderverkalking kunnen ook erfelijke factoren een rol spelen. Erfelijk bepaalde stoornissen in de opbouw en stevigheid van de vaatwand kunnen bijvoorbeeld leiden tot het ontstaan van aneurysma’s op jeugdige leeftijd.

Behandeling 

Vroeger was een klassieke broekoperatie de enige mogelijke behandeling van een verwijding of een aneurysma van de buikslagader. De klassieke operatie is echter een zware ingreep die grote risico’s met zich meebrengt. Sinds 1991 wordt een verwijde buikslagader verholpen met een minder ingrijpende endovasculaire behandeling.

  • Bij een aneurysma met een doorsnede van minder dan 5 cm wegen de voordelen van een operatie meestal niet op tegen de nadelen. 
  • Patiënten met een hoge bloeddruk krijgen medicijnen voorgeschreven die de bloeddruk laten dalen. Hierdoor wordt de druk op de wanden van de slagaders minder. 
  • Patiënten met een klein aneurysma moeten ieder half jaar een echografisch onderzoek ondergaan. Deze regelmatige controle is nodig om de groei van het aneurysma in de gaten te houden. De groeisnelheid is namelijk niet te voorspellen.
Afdrukken

Als het aneurysma groter is dan 5 cm, komt de patiënt in principe in aanmerking voor een operatie. Dit kan een klassieke broekoperatie zijn, maar daarnaast biedt het Regionaal Vaatcentrum ook de endoprothese als alternatief.

Endoprothese

  • Bij deze ingreep wordt in de uitgezette slagader een vaatprothese (endoprothese) – dit is een kunststof bloedvat - geschoven waardoor de uitzetting niet meer onder druk staat. Op deze manier kan vermeden worden dat de buikslagader verder uitzet of scheurt.
  • Meestal gebeurt de procedure onder volledige verdoving. Via een kleine insnijding in de linker- en rechterlies worden beide liesslagaders vrij gelegd. Hierna wordt een katheter ingebracht. 
  • Via deze liesslagaders wordt een vaatprothese (endoprothese) in opgevouwen toestand opgeschoven tot in de grote buikslagader of de grote borstslagader. Na inspuiting van contrastvloeistof wordt de juiste positie van de endoprothese gecontroleerd met röntgenstralen. 
  • Als de endoprothese juist gepositioneerd is, wordt deze uitgevouwen. De endoprothese verstevigt de uitgerekte bloedvatwand. Het bloed stroomt nu door de endoprothese en niet meer door het aneurysma.
  • Deze endovasculaire ingreep is minder belastend voor de patiënt. Momenteel kan 80% van alle aneurysma’s van de buikslagader met een endoprothese behandeld worden. De endovasculaire ingreep heeft slechts een sterftecijfer van 1%, en vergt een hospitalisatie van 3 dagen en een revalidatie van 2 weken. 

Klassieke broekoperatie

  • Voor het endovasculaire tijdperk werden alle patiënten geopereerd via een buikoperatie of laparotomie om een broek of een kunstofprothese in te hechten ter vervanging van de verwijde aorta.
  • Deze operatie gebeurt onder volledige verdoving. De gehele buik wordt opengemaakt (van maagkuiltje tot schaambeen) zodat de aorta aan beide zijden van het aneurysma kan worden afgeklemd en de darmen aan één kant van de buik kunnen worden gelegd. 
  • Het aneurysma wordt opengeknipt en het bloedstolsel wordt eruit gehaald. Vervolgens wordt een vaatprothese of broekprothese in het aneurysma gelegd. Deze prothese wordt boven en onder het aneurysma aan de aorta gehecht. De nog aanwezige vaatwand wordt om de prothese heen gelegd.
  • Dergelijke ingreep heeft nog altijd een sterftecijfer van 4-10%, en vergt een hospitalisatie van 10 dagen en een revalidatie van 2 maanden.
Afdrukken

Spoedoperatie

Bij een spoedoperatie van een gesprongen of gebarsten aneurysma is de kans op complicaties het grootst. De patiënt is namelijk niet voorbereid op de operatie en er zijn geen voorzorgsmaatregelen getroffen. Bovendien verkeert de patiënt vaak in shock door het bloedverlies. Van de patiënten die in het ziekenhuis een spoedoperatie ondergaan, overlijdt de helft alsnog.

Endoprothese

Door de ervaring met endoprotheses, de endovasculaire evolutie en de verbetering van het endovasculair materiaal, komen patiënten met een gesprongen of een gebartsen aneurysma uitzonderlijk in aanmerking voor een endoprothese.

Het Regionaal Vaatcentrum in Tienen heeft al het nodige materiaal ter beschikking om ook deze spoedgevallen met een endoprothese te behandelen. Bij een endoprothese is het risico op complicaties tien keer kleiner dan bij een klassieke operatie.

Afdrukken