Heup

Specialisten

Aandoeningen & behandelingen

Hieronder vindt u informatie over veelvoorkomende heupaandoeningen en behandelingen die op de dienst Orthopedie worden behandeld.

Wanneer is dit aangewezen?

Soorten heupprothesen

  • Er zijn verschillende soorten prothesen. Hoewel ze over het algemeen veel gelijkenissen vertonen, is het belangrijk dat de chirurg met de patiënt uitgebreid een aantal duidelijke verschillen bespreekt.
  • De heupprothese kan gemaakt zijn van metaal, kunststof en/of keramiek.
  • De keuze van de prothese hangt sterk af van de aard van de oorspronkelijke aandoening en de leeftijd van de patiënt.

Ingreep

  • Bij een totale heupprothese vervangt men het hele heupgewricht door een kunstgewricht.
  • Deze ingreep is inmiddels een routine-ingreep met een zeer hoog slaagpercentage.
  • De chirurg maakt een snede aan de zijkant van het been en verwijdert de uitgesleten kop en kom van de heup.
  • Daarna plaatst hij een nieuwe heupkom van kunststof in het bekken. In het dijbeen komt een metalen pen, met daarop een nieuwe heupkop.
  • Bij een gecementeerde heupprothese gebeurt de bevestiging van de kop in de kom door gebruik van botcement. Bij een ongecementeerde heupprothese gebeurt de uiteindelijke fixatie door botingroei.
  • Als de gewrichtskop in de kom is gezet, kunnen het gewrichtskapsel, de spieren en de snede in de huid worden gehecht.
  • De ingreep vraagt over het algemeen een verblijf in het ziekenhuis van 5 dagen volgend op de operatie.

Revalidatie

  • In de eerste periode na de operatie (6 à 12 weken) moet men opletten om geen risicovolle bewegingen te maken. Hierdoor zou de heup uit de kom kunnen schieten.
  • De heup is in principe onmiddellijk na de operatie belastbaar. Specifieke oefentherapie bij de kinesist kan direct worden opgestart.
  • Vooral de balans van de grote spieren rond de heup moet zich weer herstellen en dit kan 3 tot 6 maanden duren.
  • Meestal duurt het 8 tot 12 weken voordat men weer veilig kan autorijden.
  • Patiënten met een kunstheup zijn na revalidatie over het algemeen weer goed zelfredzaam. Na revalidatie zijn verder bezoek aan kinesitherapeut en gebruik van medicatie niet meer nodig.

Resultaten

  • THP staat bekend als een van de meest succesvolle medische ingrepen. Bij de meeste patiënten (meer dan 95%) treden er geen complicaties op en verbeteren de pijn en de functie van de heup zeer goed. Patiënten kunnen zich na revalidatie weer goed zelfstandig redden.
  • De kunstheup functioneert 10 jaar na de operatie bij meer dan 90% van de patiënten nog steeds naar tevredenheid.
  • Slijtage van de kunstmaterialen kan ontstaan, waardoor meestal na 10 à 15 jaar de heup kan loskomen. Een nieuwe ingreep is dan nodig voor revisie van de prothese.

Complicaties

De kans op complicaties is relatief klein.

Algemene complicaties

  • Eventueel kan er bij de ingreep wat bloedverlies optreden, waardoor eventueel een bloedtransfusie nodig is.
  • Infectie is een geduchtere complicatie, omdat dit onmiddellijk grote en definitieve gevolgen kan hebben op het resultaat van de prothese. We zijn hier extra alert voor en voeren de operatie uit in maanpak. Wanneer we een wondinfectie vermoeden, voeren we desnoods een wondspoeling uit.

Prothesegebonden complicaties

  • Uit de kom schieten van de prothese (luxatie): 1-2%
  • Trombose van de aders in het geopereerde been (ondanks medicatie): < 0,5%
  • Loslating van de prothese op termijn (zie boven) < 0,5%
  • Verkalkingen in de spieren rond de heup (ondanks medicatie): <1%
Afdrukken

Heuparthrose is een aandoening van de heup waarbij het heupgewrichtversleten is. Als mensen ouder worden, vermindert de kwaliteit en dikte van het kraakbeen of verdwijnt het soms helemaal zodat het onderliggende bot gedeeltelijk bloot komt te liggen. Hierdoor kunnen de botstukken over elkaar gaan schuren, wat veel pijn veroorzaakt.

Oorzaken

  • Ouderdom
  • Aangeboren heupafwijking (heupdysplasie)
  • Speciale heupziekten (bijvoorbeeld ziekte van Perthes)
  • Arthrose na ongeval, ook al op jongere leeftijd
  • Reuma
  • Overgewicht

Klachten

  • Pijn in de lies, in de bil, het bovenbeen of zelfs de knie
  • Ernst van de klachten kan heel sterk wisselen
  • Bij ernstige artrose bestaat er vaak een startstijfheid met pijn in het gewricht als men een tijd gezeten of gelegen heeft
  • Nachtelijke of zelfs aanhoudende pijn
  • Verandering van looppatroon (manken)
  • Minder ver kunnen stappen

Diagnose en onderzoek

  • De diagnose wordt gesteld op basis van de klachten van de patiënt en het lichamelijk onderzoek door de arts. Ook wordt vaak nog een röntgenfoto gemaakt.
  • De beweging van het heupgewricht is duidelijk verminderd. Het buigen en het naar binnen en buiten draaien van het been gaat veel minder goed. Een röntgenfoto is dan meestal voldoende om de diagnose definitief te bevestigen.
  • Zelden is uitgebreider onderzoek nodig, zoals een diagnostische heupverdoving of een botscan.

Behandeling

Niet-operatief

  • Veel bewegen om te vermijden dat het heupgewricht stijf wordt, en dit zonder de heup te veel te belasten (fietsen, zwemmen, wandelen).
  • Bij overgewicht is het belangrijk om af te vallen.
  • Pijnstillende of ontstekingsremmende medicatie.

Operatief

  • Als het gewricht door de artrose ernstig is aangetast, en dit met veel pijnklachten gepaard gaat, kan de heup vervangen worden door een kunstgewricht (heupprothese).
  • Deze ingreep is inmiddels een routine-ingreep en heeft een zeer hoog slaagpercentage. De ingreep verschilt in feite niet van de totale heupprothese bij heupkopnecrose.
  • Meer info over totale heupprothese (THP)
Afdrukken

Heupkopnecrose is een aandoening van de heup waarbij een gedeelte van de kop van de heup afsterft door een gebrekkige bloedvoorziening. Heupkopnecrose wordt ook wel osteonecrose van de heupkop of avasculaire necrose genoemd. Wanneer de bloedvaten in het heupgewricht beschadigd zijn en geen bloed meer naar de heup brengen, sterven de cellen in de heupkop af en verzwakt het bot. Uiteindelijk kan de kop van het heupgewricht inzakken.

Oorzaken

  • Langdurig gebruik van cortisone, medicatie die gebruikt wordt voor de behandeling van astma, ziektes van het immuunsysteem of ernstige reuma.
  • Een breuk van de heup juist onder de heupkop, waardoor de bloedvaatjes naar de heupkop toe beschadigd zijn.
  • Grote drukverschillen (diepzeeduiken), waardoor belletjes in de slagader kunnen ontstaan die de bloedtoevoer kunnen afsluiten.
  • Overmatig alcoholgebruik.

Klachten

  • De patiënt voelt bij het stappen pijn in de bil, lies en dij.
  • In een verder stadium van de aandoening wordt de heup stijver.
  • De pijn verergert en de patiënt heeft zelfs 's nachts of in rust pijn.

Behandeling

De behandeling hangt af van het stadium waarin de aandoening verkeert.

Niet-operatief (in de beginfase)

  • Ontstekingsremmende medicatie
  • Kinesitherapie
  • Tijdelijke ontlasting van heup door met krukken te stappen zodat de heup niet verder wordt aangetast.
  • Een niet-operatieve behandeling herstelt de bloedvoorziening van de heup echter niet en kan het proces niet stoppen.

Operatief: decompressie van de heupkop

  • Als de aandoening nog niet te ver is geëvolueerd, kan men proberen om de bloedtoevoer in de heupkop te herstellen.
  • Hiervoor boort de chirurg in de aangetaste zone van de heupkop kleine tunneltjes waardoor in het dode bot nieuwe bloedvaatjes kunnen ingroeien.
  • De heup moet voor deze ingreep niet opengemaakt worden. Via een kleine snede aan de zijkant van de heup wordt een fijne boor ingebracht en juist geplaatst met behulp van een röntgentoestel (de C-boog).
  • Onder beeldcontrole worden de kanaaltjes geboord door de nek van de heup naar de aangetaste zone toe in de heupkop toe. Met deze ingreep wordt ook de overdruk in de aangetaste heupkop verminderd.
  • Ontslag uit het ziekenhuis is vaak al de volgende dag mogelijk.
  • Na de ingreep heeft men meestal krukken nodig voor een periode van 6 weken om de geopereerde heup tijdelijk te ontlasten.
  • Het herstel is niet gegarandeerd en neemt lange tijd in beslag (tot 1 à 2 jaar).

Operatief: totale heupprothese

  • Indien de heupkop te ver is aangetast en ingezakt, kan in de eindfase een totale heupprothese geplaatst worden.
  • Deze ingreep is inmiddels een ruutine-ingreep en heeft een zeer hoog slaagpercentage. De ingreep verschilt in feite niet van de totale heupprothese bij arthrose.
  • Meer info over totale heupprothese (THP)
Afdrukken

Wat is het?

Een gebroken heup komt vaak voor bij oudere mensen, meestal na een val. In ons land gaat het jaarlijks om 10.000 gevallen.

Het heupgewricht bestaat uit een kop en een kom en verbindt het bekken met het dijbeen (bovenbeen). De heupkop gaat over in de hals van het dijbeen, en de dijbeenhals loopt via twee grote verdikkingen over in het dijbeen. Een heupbreuk is een breuk in het dijbeen vlakbij het heupgewricht, en kan op verschillende plaatsen voorkomen. Meestal is dat:

  • in de dijbeenhals
  • ter hoogte van de verdikkingen
  • of onder de verdikkingen

Klachten en diagnose

Na een heupbreuk kunt u niet meer lopen of op het been staan, en hebt u meestal veel pijn. Het been ligt vaak naar buiten gedraaid en lijkt korter. Als u uw heup heeft gebroken, wordt u meestal via een spoedopname in het ziekenhuis opgenomen.

De plaats van de breuk is van belang voor de operatietechniek die toegepast wordt. Daarom wordt altijd eerst een röntgenfoto gemaakt van de gebroken heup.

Geriatrisch Fractuur Programma (GFP)

Geriatrische patiënten met een heupfractuur worden opgenomen in het zorgpad ‘Geriatrisch fractuurprogramma’. De patiënt wordt meteen van bij de spoedopname gevolgd door de geriater en de orthopedist. Dit zorgpad standaardiseert alle zorgprocessen en brengt een multidiscplinair team samen rond de patiënt: orthopedist, geriater, fysisch geneesheer, verpleegkundigen, sociaal verpleegkundige, kinesist, ergotherapeut, diëtist. De wachttijden voor de ingreep worden zo kort mogelijk gehouden.

Behandeling

  • Er bestaan verschillende operatietechnieken om de gebroken heup te herstellen. Welke de orthopedist bij u gebruikt, hangt af van de plaats van de breuk, de kwaliteit van het bot, uw leeftijd en de mogelijkheden voor een goede revalidatie. De orthopedist zal u hierover informeren.
  • De mogelijkheden zijn:
    • Totale heupprothese: Uw hele heupgewricht wordt vervangen door een kunstheup. De orthopedist verwijdert de kom en kop van de heup en vervangt ze door een prothese uit metaal, kunststof en/of keramiek. De kop wordt met een metalen pen in het dijbeen vastgezet.
    • Meer info over totale heupprothese
    • Kop-halsprothese: Hierbij wordt alleen de heupkop vervangen door een prothese. De prothesekop wordt met een metalen pen in het dijbeen vastgezet.
    • Platen en/of schroeven: Uw heupgewricht wordt behouden en de breuk wordt hersteld met schroeven en/of platen.
  • De ingreep duurt meestal 1 tot 1,5 uur.
  • In de meeste gevallen zal uw ingreep plaatsvinden onder algemene anesthesie of onder regionale verdoving door middel van een ruggenprik.
  • De duur van uw opname hangt af van uw leeftijd en algemene conditie. De meeste patiënten mogen het ziekenhuis verlaten op de achtste dag na de operatie. De toestand van uw operatiewonde moet goed zijn. De wonde moet redelijk droog zijn en mag geen tekenen van infectie vertonen.

Revalidatie (GFP)

  • De kinesist start samen met u de revalidatie al vanaf dag 1 na de operatie met kleine oefeningen om de spieren van uw been te versterken en uw heupgewricht beweeglijk te maken.
  • Vanaf dag 2 help de kinesist u kleine afstanden stappen met een looprekje en de ergotherapeut leert u hoe u het makkelijkst dagelijkse bewegingen zoals rechtstaan uit een zetel of het terug in bed geraken het makkelijkst kunt doen.
  • De volgende dagen wordt de kinesitherapie verder uitgebreid naargelang uw conditie het toelaat. Voor een goede revalidatie is het belangrijk dat u zelf actief meewerkt.
  • Gedurende vijf weken na de ingreep moet u antitrombose-injecties krijgen en dient u antitrombosekousen te dragen om een trombose te voorkomen.
  • De eerste 6 tot 8 weken na de operatie moet u met een loophulpmiddel (krukken of looprek) lopen. Staan en steunen op het geopereerde been is wel toegelaten, tenzij het u anders werd medegedeeld.
  • We zoeken samen met u naar de beste aanpak voor uw herstel en revalidatie nadien. Een sociaal verpleegkundige van onze dienst Patiëntenbegeleiding komt u spoedig na uw opname op de afdeling bezoeken, en bespreekt samen met u en uw familie eventuele aanvragen voor thuiszorg, herstelcentrum of andere mogelijkheden.
  • In de eerste periode na de operatie (6 à 12 weken) moet men opletten om geen risicovolle bewegingen te maken. Hierdoor zou de heup uit de kom kunnen schieten.
Afdrukken

Bij een heupinfiltratie wordt er medicatie plaatselijk in het heupgewricht ingespoten. Afhankelijk van de aandoening zijn er verschillende infiltraties mogelijk, gaande van pijnstillende en ontstekingsremmende medicijnen tot een kraakbeenvoedende gel.

Heupinjectie
Heupinjectie
Wanneer is dit aangewezen?

Het doel van een heupinfiltratie kan therapeutisch (behandeling) en/of diagnostisch (onderzoek) zijn:

  • Behandeling van ontstekingspijnen in het heupgewricht (artritis, reuma, opstoot van artrose)
  • Behandeling van een letsel van het labrum (de meniscus van de heup, dit is een kraakbeenring aan de rand van de heupkom in het heupgewricht)
  • Kraakbeeninfiltratie om het kraakbeen te verstevigen bij bv. kraakbeenletsels, beginnende artrose in de heup
  • Proefinfiltratie om te onderzoeken in welke mate de pijnklachten afkomstig zijn vanuit de rug of vanuit de heup. Indien de pijn na verdoving van de heup minder of helemaal weg is, kunnen we zeker zijn dat de heup de oorzaak is van de pijnklachten. Zo kunnen we het resultaat van een eventuele ingreep beter voorspellen.
  • Proefinfiltratie om de diagnose van een klikkende heup te bevestigen: Een 'internal snapping hip' ontstaat door het bewegen van een pees of spier over het bot en kan heel soms pijn veroorzaken. Indien de pijn terugkeert na een eenmalige infiltratie, kan men een heupendoscopie (kijkoperatie) uitvoeren om de pees wat losser te maken.
Klikkende heup
Klikkende heup

Ingreep

  • Het heupgewricht zit diep in de lies en is moeilijk te bereiken. Daarom voert men een heupinfiltratie steeds met behulp van een radiografie uit.
  • De infiltratie gebeurt in het operatiekwartier, waar we een dynamisch röntgentoestel (C-boog) hebben en in zo steriel mogelijke omstandigheden kunnen werken.
  • De infiltratie gebeurt in ruglig. De patiënt voelt even een korte pijn tijdens de prik, want het heupgewricht zelf kan niet worden verdoofd. Eerst wordt een kleine hoeveelheid contrastvloeistof ingespoten om de juiste plaats van de naald op de radiografie te bepalen. Op deze locatie wordt dan de medicatie/gel ingespoten.
  • Een andere mogelijkheid is om de heupinfiltratie op de dienst Radiologie uit te voeren onder begeleiding van echografie.
Heupinjectie
Heupinjectie
 

 

Afdrukken