Voet

Specialisten

Aandoeningen & behandelingen

Hieronder vindt u informatie over veelvoorkomende aandoeningen en behandelingen aan de voeten die op de dienst Orthopedie worden behandeld.

Een arthroscopie is een kijkoperatie en betekent letterlijk ‘kijken in het gewricht’. Tijdens een kijkoperatie van de enkel controleert de orthopedist de gewrichtsholte van de enkel op afwijkingen of beschadigingen, en behandelt hij eventuele afwijkingen die van tevoren werden vastgesteld.

Arthroscoop
Arthroscoop

Wanneer is een arthroscopie aangewezen?

  • Verwijderen van losse bot- of kraakbeenstukken.
  • Verwijderen van ontstoken slijmvlies en overtollig bot
  • Onderzoek van kraakbeenletsels en indien nodig en mogelijk microfracturing van het kraakbeen (als de zwakke plek goed bereikbaar is, worden er gaatjes gemaakt in het kraakbeen om het herstel te stimuleren)
  • Versleten enkelgewricht: wanneer het enkelgewricht helemaal versleten is, moet het worden vastgezet (arthrodese) of worden vervangen door een prothese. In sommige gevallen kan de arthrodese via een kijkoperatie gebeuren.

Voordelen arthroscopie

  • Het verloop van de operatie is goed te volgen via het tv-scherm.
  • Een kijkoperatie maakt de kans op vochtophoping en (wond)pijn kleiner.
  • Het herstel gaat meestal snel.
  • De operatiewondjes zijn heel klein.

Operatie

  • Een kijkoperatie kan meestal in dagopname gebeuren, dus zonder overnachting in het ziekenhuis.
  • De operatie vindt plaats onder algemene verdoving.
  • De chirurg maakt in de huid bij het gewricht 2 of 3 kleine insnijdingen (incisie).
  • Er wordt een smal buisje met camera in het gewricht gebracht (de arthroscoop). Deze camera is verbonden met een beeldscherm waarop de chirurg de operatie kan volgen.
  • Er wordt een spoelinstrument en werkinstrumenten (zoals schaartjes, tasthaakjes, hechtinstrumenten of paktangetjes) ingebracht om de ingreep uit te voeren.
  • Soms is nog een derde snede nodig voor afvoer van het vocht of om letsels in moeilijk te bereiken zones te behandelen.
  • Een kijkoperatie duurt doorgaans ongeveer een uur, afhankelijk van de gevonden afwijking en de behandeling.

Complicaties

Bij elke operatie kunnen zich complicaties voordoen, hoezeer de specialist dit ook probeert te vermijden. Hieronder volgt een lijstje van de meest voorkomende complicaties.

  • Nabloeding
  • Infectie
  • Neurovasculaire letsels: Door zenuwbeschadiging kan de huid rond de wonde anders aanvoelen. Meestal is dit tijdelijk. In sommige gevallen kan het 1 à 2 jaar duren voor het gevoel weer normaal is; heel soms is de schade aan de zenuw blijvend.
  • Trombose: Dit is de vorming van een bloedklonter in het bloed. Als deze prop vastzit in een kleiner bloedvat, wordt het bloedvat afgesloten en stroomt het bloed niet meer goed. Het been kan dan dik en pijnlijk worden. Wanneer de bloedklonter in een slagader naar longen, hart of hersenen vast komt te zitten, krijgen deze organen geen zuurstof meer en kunnen ze beschadigd worden. Om de kans op een trombose terug te dringen, wordt uw bloed met medicijnen verdund.
Afdrukken

Een diabetische voet is een verzamelnaam voor aandoeningen aan de voeten die ontstaan als gevolg van suikerziekte.

Klachten

  • Minder of geen gevoel in de voeten (gevoelsstoornissen)
  • Drukplekken en vervormingen aan de voeten
  • Slecht genezende wondjes aan de voeten
  • Koude voeten
  • Verkleuringen aan de huid van de voeten
  • Tintelend gevoel in de voeten

Oorzaken

  • Suikerziekte tast onder andere de kleine bloedvaten en zenuwen aan van de voeten.
  • Patiënten voelen hierdoor niet als ze kneuzingen of wondjes oplopen aan hun voeten.
  • De letsels aan de voeten genezen moeilijker door de diabetes en kunnen ontsteken en infecteren.

Diabetische voeten voorkomen

Patiënten met diabetes kunnen zelf een aantal dingen doen om de kans op voetklachten te verkleinen:

  • Eet gezond.
  • Onderhoud uw conditie door regelmatig te wandelen.
  • Controleer regelmatig uw suikergehalte.
  • Consulteer regelmatig uw behandelende arts.
  • Was de voeten dagelijks met lauwwarm water en weinig zeep.
  • Dep de voeten droog in plaats van te wrijven.
  • Houd de huid soepel met een voetencrème of –olie.
  • Knip nagels recht en vooral niet te kort.
  • Controleer dagelijks uw benen en voeten op letsels, wondjes of verkleuringen.
  • Draag comfortabele en aangepaste, al dan niet orthopedische schoenen.

Behandeling

Oppervlakkige wonden

  • De wonde wordt gereinigd en verzorgd.
  • De wonde wordt volledig ingepakt en ingegipst.
  • Indien noodzakelijk, schrijft de arts een antibioticakuur voor.

Diepe wonden met infectie

  • Antibioticakuur via infuus (opname in het ziekenhuis)
  • Heelkundige behandeling van de wonde: reiniging en werwijdering van onderliggende botvervormingen

Diepe wonden met botinfectie (osteomyelitis)

  • Antibioticakuur via infuus (opname in het ziekenhuis)
  • Heelkundige behandeling van de wonden: reiniging, verzorging en verwijdering van onderliggende botvervormingen
  • Amputatie van het geïnfecteerde bot zodat de infectie zich niet verder verspreidt
  • In vergevorderde toestand kan de voet afsterven (gangreen) en is een bredere amputatie noodzakelijk.

Charcot-voet

Een warme, gezwollen, rode voet, vaak pijnloos, kan wijzen op een Charcot-voet, dit is een ontsteking van het bot en is een ernstige complicatie van diabetes.

Bij niet-behandeling kan ernstige, onomkeerbare schade en vervorming van de gewrichten van de voetwortel of enkel optreden. Hierdoor kan de onderkant van de voet bol in plaats van hol worden en is lopen moeilijk.

  • De voet wordt volledig ingepakt en zo immobiel gemaakt (Total Contact Cast) om hem te ontlasten.
  • Gips en wondverzorging (1X per week) gedurende 3 à 4 maanden.
  • Na de ontstekingsfase zijn aangepaste en beschermende orthopedische schoenen vaak noodzakelijk.
  • Bij gewrichtsbeschadiging (arthrose) en vervorming kan de arts het gewricht operatief vastzetten (arthrodese) om de stabiliteit van het gewricht te vergroten.
Charcot-voet
Charcot-voet
 

 

Afdrukken

Bij een hallux valgus groeit de grote teen scheef in de richting van de kleine teen en ontstaat er tegelijkertijd een knobbel aan de grote teen. Dit wordt een bunion genoemd.

Klachten

  • Pijnlijke, rode en gezwollen knobbel omdat de slijmbeurs aan de grote teen ontstoken raakt door de druk en wrijving in de schoen.
  • Pijn aan de 2de teen die overbelast en verdrukt wordt door de grote teen.
  • Probleem om schoenen te vinden die comfortabel zitten.

Oorzaken

De exacte oorzaak is vaak onbekend, maar er zijn een aantal bevorderende factoren.

  • Te smalle schoenen met een hoge hak: hierdoor neemt de druk op de voorvoet toe.
  • Hallux valgus komt 9 keer meer voor bij vrouwen dan bij mannen.
  • Erfelijke factoren (in 60% van de gevallen)
  • Onderliggende oorzaken: platvoeten en verkorte achillespees

Behandeling

  • Vermijd schoenen met een smalle voorvoet en hoge hak (best minder dan 3 cm).
  • Draag schoenen van zacht leer zonder naden aan de kant van de knobbel.
  • Semi-orthopedische schoenen met een uitsparing voor de knobbel en verharde zool om de druk op de voorvoet te verminderen.
  • Steunzolen: in geval van platvoeten of pijn onder de voorvoet
  • Stretchoefeningen: in geval van een verkorte achillespees

Heelkundige behandelingen

Als de hierboven beschreven behandelingen niet helpen of de vervorming snel toeneemt, kan een voetoperatie worden uitgevoerd.

Er zijn verschillende methoden om de hallux valgus te corrigeren. Vaak is een operatie een combinatie van deze technieken. De orthopedist kiest in overleg met u de methode die het beste geschikt is om uw probleem te verhelpen. Dit hangt af van de:

  • ernst van de hallux valgus
  • anatomische afwijkingen van de voet
  • al dan niet aanwezige slijtage (arthrose)
  • uw leeftijd
  • activiteitsgraad

Herstellen van de weke delen

De weke delen zijn de structuren rondom het gewricht van de grote teen. Deze zijn vaak uitgerekt of ingekrompen door de hallux valgus en worden tijdens de operatie gecorrigeerd.

Osteotemie

Bij deze techniek worden de botjes in de teen gebroken en weer in de juiste stand aan elkaar gezet en gefixeerd met schroefjes.

Arthrodese

Bij arthrodese wordt het beschadigde gewricht verwijderd en het overgebleven bot gefixeerd zodat de grote teen en middenvoet in gecorrigeerde positie aan elkaar vastgroeit.

  • Voor een heelkundige behandeling moet u 2 dagen opgenomen worden in het ziekenhuis.
  • De operatie gebeurt in principe onder algemene verdoving en een zenuwblokkade ter hoogte van de knieholte.
  • U krijgt onmiddellijk na de ingreep een open gipsverband of een correctieverband en verbandschoen. Dit hangt af van de operatiemethode.
  • Bij een gipsverband mag u de eerste 14 dagen niet op uw voet steunen. Bij het correctieverband moet u gedurende 4 weken een speciale schoen dragen en mag u sneller weer op uw voet steunen en lopen.
  • Het verloop van de revalidatie na de operatie wordt bepaald door het type ingreep.

Complicaties

Bij elke operatie kunnen zich complicaties voordoen, hoezeer de specialist dit ook probeert te vermijden. Hieronder volgt een lijstje van de meest voorkomende complicaties.

  • Infectie
  • Neurovasculaire letsels: Door zenuwbeschadiging kan de huid rond de wonde anders aanvoelen. Meestal is dit tijdelijk. In sommige gevallen kan het 1 à 2 jaar duren voor het gevoel weer normaal is; heel soms is de schade aan de zenuw blijvend.
  • Niet vastgroeien van de correctie
  • Overcorrectie of hallux varus
  • Terugkomen van de afwijking (±10%)
Afdrukken

Een hamerteen is een teen die altijd gekromd staat. Normaal gezien is er een evenwicht tussen de verschillende spieren die de tenen bewegen: de buigers en de strekkers van de teen en de kleine voetspiertjes. Als dit evenwicht in de besturing verstoord wordt, kan een hamerteen ontstaan.

Oorzaken

Een hamerteen ontstaat meestal doordat de functie van de kleine voetspiertjes uitvalt. Dit kan vele oorzaken hebben:

  • ouderdom
  • slagaderverkalking of arteriosclerose
  • diabetes
  • reuma
  • een ongeval
  • hallux valgus of knobbel op de grote teen: Door die knobbel functioneert de grote teen niet optimaal en raakt de sturing van de tweede teen uit evenwicht. Bovendien kan de grote teen onder de tweede teen groeien. Hierdoor kan een hamerteen ontstaan.

Klachten

  • Een hamerteen kan zeer pijnlijk zijn en ervoor zorgen dat je tenen niet meer in gewone schoenen passen.
  • Likdoorns of eksterogen op de bovenkant van de teen veroorzaken ook veel pijn, waar de teen tegen de schoen wrijft, en kunnen gaan onsteken.
  • Eelt en pijn op de bal van de voet want door de kromstand van de hamerteen onstaat er veel druk op de voorvoet.
  • Het gewrichtje tussen het middenvoetsbeentje en het eerste kootje (MTP-gewricht) kan ontsteken en pijn veroorzaken.
  • Pijn aan de onderkant van de voorvoet en bovenkant van de teen.

Behandeling

Schoeisel/steunzolen

  • Je kan de druk op de bal van de voet verminderen door op een orthopedische steunzool een kussentje aan te brengen.

Orthesen of likdoorn pleisters

  • Om de tenen in een zo goed mogelijke stand te positioneren en pijn te vermijden. Een orthese is een uitwendig hulpmiddel dat gewrichten en spieren in de onderste ledematen kan ondersteunen, stabiliseren, corrigeren. In dit geval is de orthese een teenstukje op maat gemaakt uit silicone.

Operatie

De teen wordt in de juiste stand gebracht door correctie van de pezen en gewrichtjes. Deze operatie gebeurt somsl onder plaatselijke verdoving. Soms wordt er een klein ijzeren pennetje ingebracht voor 4 weken. Vaak worden meerdere tenen aan één voet tegelijk gecorrigeerd. De hallux valgus wordt ook rechtgezet en de knobbel verkleind.

De resultaten van een hamerteencorrectie zijn over het algemeen zeer goed. In 95% van de gevallen wordt de pijn minder en staan de tenen weer in een normale positie. Wel zal de geopereerde teen wat buig- en strekkracht verliezen, maar dit is niet nadelig voor het goed functioneren van de voet.

Complicaties

  • Bij elke operatie kunnen zich complicaties voordoen, hoezeer de specialist dit ook probeert te vermijden. Hieronder volgt een lijstje van de meest voorkomende complicaties.
  • Infectie
  • Neurovasculaire letsels: Door zenuwbeschadiging kan de huid rond de wonde anders aanvoelen. Meestal is dit tijdelijk. In sommige gevallen kan het 1 à 2 jaar duren voor het gevoel weer normaal is; heel soms is de schade aan de zenuw blijvend.
  • Niet vastgroeien van de correctie
Afdrukken

Enkelarthrose is slijtage van het kraakbeen in het enkelgewricht. Kraakbeen is een laagje glad weefsel op de uiteinden van de botten in het enkelgewricht. Hierdoor kunnen de botten soepel langs elkaar bewegen. Kraakbeen is nodig om het gewricht te ‘smeren’ en de schokken tijdens het lopen op te vangen.

Enkelarthrose

Oorzaken

Arthrose ontstaat door slijtage van het kraakbeen. Slijtage is normaal bij het ouder worden, maar bij arthrose is de slijtage aan het kraakbeen overmatig of gaat de kwaliteit van het kraakbeen achteruit. Arthrose kan ook het gevolg zijn van beschadigd kraakbeen door een ernstig ongevalsletsel in het verleden.

Klachten

Pijnklachten

Arthrose gaat vaak gepaard met ernstige pijnklachten. Het gladde oppervlak wordt dun, brokkelig of het kraakbeen verdwijnt helemaal. Hierdoor wrijven de botten steeds meer tegen elkaar en dat doet pijn. Het lichaam kan de slijtage niet meer repareren.

  • Arthrose gaat vaak gepaard met ernstige pijnklachten.
  • Het gladde oppervlak wordt dun, brokkelig of het kraakbeen verdwijnt helemaal.
  • Hierdoor wrijven de botten steeds meer tegen elkaar en dat doet pijn. Het lichaam kan de slijtage niet meer repareren.

Bewegingsbeperking

Als de arthrose erger wordt, kunnen aan de randen van het gewricht ook botuitstulpingen ontstaan. Die maken het bewegen extra moeilijk en pijnlijk. De enkel kan er ook dik van worden.

Behandeling

Niet-operatieve behandeling

Arthrose van de enkel kan op de volgende manier zonder operatie behandeld worden:

  • Steunzolen
  • Schoenaanpassing met zoolverstijving voor een betere afwikkeling
  • Orthopedische maatschoenen
  • Gewichtsverlies bij overgewicht
  • Kinesitherapie
  • Enkelbrace
  • Hulpmiddelen zoals een wandelstok
  • Pijnstillers
  • Ontstekingsremmers

Operatieve behandeling

Indien de klachten onvoldoende afnemen, kan het vastzetten van de enkel (artrodese) of het plaatsen van een enkelprothese een goede oplossing zijn.

Meer info over artrodese
Meer info over enkelprothese

Afdrukken

Arthrodese is het aan elkaar vastmaken van de botten van het gewricht. Hierdoor kunnen de versleten gewrichtsoppervlakten in de enkel niet meer over elkaar bewegen en verdwijnt de pijn uiteindelijk. 

Momenteel geven veel chirurgen de voorkeur aan een arthrodese om enkelartrose te behandelen.

Ingreep

  • Het kraakbeen in het gewricht wordt verwijderd via een kijkoperatie of een open ingreep. Daarna worden de schone botuiteinden in de goede positie tegen elkaar geplaatst en vastgezet met schroeven onder de huid. Soms wordt de enkel bijkomend gefixeerd met platen. De botten kunnen dan aan elkaar groeien. Dit duurt ongeveer drie maanden.
  • Voor een dergelijke ingreep dient men ongeveer een week gehospitaliseerd te worden, zodat de eerste genezingsfase met zekerheid afgewerkt wordt.
  • Na de ingreep wordt de enkel geïmmobiliseerd met een onderbeengips, 6 weken in onbelaste toestand.
  • Hierna krijgt men een loopgips voor nog eens 6 weken.
  • Na 12 weken gips kan men starten met kinesitherapie met mobilisatie-oefeningen. Men dient nog enkele weken te lopen met een stevige loopschoen (Walker-boot).

Complicaties

Bij elke operatie kunnen zich complicaties doen, hoezeer de specialist dit ook probeert te vermijden. Hieronder volgt een lijstje van de meest voorkomende complicaties,

  • Infectie
  • Neurovasculaire letsels: Door zenuwbeschadiging kan de huid rond de wonde anders aanvoelen. Meestal is dit tijdelijk. In sommige gevallen kan het 1 à 2 jaar duren voor het gevoel weer normaal is, heel soms is de schade aan de zenuw blijvend.
  • Non-union van het gewricht: De botten groeien niet goed aan elkaar. In dat geval dient men de ingreep te herhalen en bijkomend bot, al dan niet afkomstig van het eigen bekkenkambot, bij te voegen aan de arthrodese.
  • Trombose: Dit is de vorming van een bloedklonter in het bloed. Als deze prop vastzit in een kleiner bloedvat, wordt het bloedvat afgesloten en stroomt het bloed niet meer goed. Het been kan dan dik en pijnlijk worden. Wanneer de bloedklonter in een slagader naar longen, hart of hersenen vast komt te zitten, krijgen deze organen geen zuurstof meer en kunnen ze beschadigd worden. Om de kans op een trombose terug te dringen, wordt uw bloed met medicijnen verdund.
Afdrukken

Bij enkelatrose kan het enkelgewricht ook worden vervangen door een enkelprothese of kunstgewricht. Een enkelprothese biedt minder garantie op succes dan een artrodese. Men neemt aan dat 80% van de geopereerde patiënten een goed resultaat hebben, 10% een matig en dat 10% nog pijn achteraf ondervindt. Echter, studies vermelden toenemende goede resultaten van dergelijke prothesen.

  • De voordelen van een prothese zijn:
    • een sneller herstel
    • een kortere immobilisatieperiode
    • deels bewaarde mobiliteit van de enkel
  • Voor een dergelijke ingreep dient men ongeveer een week gehospitaliseerd te worden, zodat de eerste genezingsfase met zekerheid afgewerkt wordt.
  • Na de ingreep wordt de enkel geïmmobiliseerd met een onderbeengips, 2 weken in onbelaste toestand.
  • Hierna krijgt men een loopgips voor nog eens 4 weken.
  • Na 6 weken gips kan men starten met met kinesitherapie met mobilisatie-oefeningen. Men dient nog enkele weken te lopen met een stevige loopschoen (Walker-boot).
Enkelprothese
Enkelprothese

Complicaties

Bij elke operatie kunnen zich complicaties doen, hoezeer de specialist dit ook probeert te vermijden. Hieronder volgt een lijstje van de meest voorkomende complicaties,

  • Infectie
  • Neurovasculaire letsels: Door zenuwbeschadiging kan de huid rond de wonde anders aanvoelen. Meestal is dit tijdelijk. In sommige gevallen kan het 1 à 2 jaar duren voor het gevoel weer normaal is, heel soms is de schade aan de zenuw blijvend.
  • Trombose: Dit is de vorming van een bloedklonter in het bloed. Als deze prop vastzit in een kleiner bloedvat, wordt het bloedvat afgesloten en stroomt het bloed niet meer goed. Het been kan dan dik en pijnlijk worden. Wanneer de bloedklonter in een slagader naar longen, hart of hersenen vast komt te zitten, krijgen deze organen geen zuurstof meer en kunnen ze beschadigd worden. Om de kans op een trombose terug te dringen, wordt uw bloed met medicijnen verdund.
  • Slijtage van de prothese
  • Loskomen van de prothese
  • Ontwrichten van de prothese
Afdrukken

Aan de buitenkant van de enkel zitten drie gewrichtsbanden die zorgen dat de enkel stabiel is. Bij een instabiele enkel kunnen de gewrichtsbanden aan de buitenkant van de enkel hun werk niet goed meer doen, doordat ze beschadigd of uitgerekt zijn. Een kleine oneffenheid op de grond is dan al genoeg om uw enkel te verstuiken.

Oorzaken

  • Enkelinstabiliteit is het gevolg van een ernstige enkelverstuiking of herhaaldelijke verstuikingen. Bij een enkelverstuiking kunnen de enkelbanden uitrekken of inscheuren.
  • Indien de uitgerekte of gescheurde gewrichtsbanden niet goed genezen, kan de enkel instabiel worden.
  • Meestal klapt de enkel naar buiten en beschadigen de gewrichtsbanden aan de buitenkant van de enkel. Meest frequent is daarom de instabiliteit van de buitenenkel.
  • Bij iedere verstuiking is er ook kans op een kraakbeenletsel.

Klachten

  • Onzeker gevoel bij het lopen.
  • Gevoel van instabiliteit op oneffen terrein en zelfs op gelijke ondergrond.
  • Vaak voorkomende verstuikingen in het dagelijkse leven of bij het sporten.
  • Eventueel gepaard met pijn ter hoogte van de gewrichtsbanden.
  • Bij kraakbeenletsels is het enkelgewricht pijnlijk bij beweging en vooral bij belasting.

Diagnose en onderzoek

  • De specialist stelt de diagnose aan de hand van uw klachten en voorgeschiedenis en het lichamelijk onderzoek, vooral het stabiliteitsonderzoek.
  • Bij twijfel kan er eventueel een stresstest worden gedaan tijdens een radiografie.
  • Wanneer men andere letsels vermoedt, zoals kraakbeenletsels, kan een MRI- of CT-scan zinvol zijn.

Behandeling

Acute verstuiking

Voor het overgrote deel van de enkelverstuikingen, ook de ernstige, volstaan gedurende enkele dagen:

  • periode van rust
  • ijs
  • ontstekingsremmende medicatie
  • hoogstand gedurende enkele dagen

Nadien mag de patiënt weer stappen met:

  • een klein steunverband, eventueel met behulp van krukken
  • een gipsverband met een schoentje gedurende 3 à 4 weken
  • een brace om de enkel te verstevigen en te stabiliseren in de zijwaartse bewegingen gedurende 3 à 4 weken

Het kan aangewezen zijn om kinesitherapie te volgen.

Chronische enkelinstabiliteit

In geval van een ernstige instabiliteit op lange termijn, d. w. z. als de enkel bij het minste volledig uit de enkelvork kantelt, is een operatie van de gewrichtsbanden noodzakelijk. Hierbij worden de gewrichtsbanden aan de buitenenkel weer vast gehecht.

Afdrukken

De officiële naam voor een ontstoken peesblad onder de voet is fasciitis plantaris. Onder de voet loopt van het hielbeen naar de bal van de voet (voorvoet) een peesblad, de fascia plantaris. Het peesblad ondersteunt de voet en vangt de schokken van het lopen op. Bij overbelasting van de voet heeft het peesblad veel te verduren. Er kunnen dan zeer kleine scheurtjes ontstaan in het peesblad ter hoogte van het aanhechtingspunt met het hielbeen. Dit levert een ontsteking op van het peesblad en veroorzaakt klachten.

Klachten

  • Pijn aan de onderkant van de hiel.
  • Pijn in het midden van de voetzool als u erop drukt.

Oorzaken

Een ontstoken peesblad kan plots optreden of langdurig aanwezig zijn. Verschillende factoren kunnen hiervan de oorzaak zijn:

  • overbelasting
  • staand beroep
  • zwaarlijvigheid
  • verkeerd schoenen
  • verworven platvoeten
  • verkorte kuitspieren

Hielspoor

Regelmatig wordt een ontsteking van het peesblad verward met hielspoor. Soms is er wel een verband, vaak ook niet. Hielspoor is een botaanwas, als gevolg van een chronische ontsteking, en is niet de belangrijkste oorzaak van een ontstoken peesblad. Het verwijderen van het hielspoor doet zelden de pijnklachten afnemen en verzwakt echter nog meer het peesblad.

Behandeling

  • Bij de meeste patiënten kan de ontsteking zonder operatie verholpen worden. Meestal nemen de ontsteking en de pijnklachten geleidelijk en vanzelf af.
  • In eerste instantie schrijft men relatieve rust, pijnstillers en ontstekingsremmers voor in combinatie met rekoefeningen.
  • In de acute ontstekingsfase kan een inspuiting met een lokaal anaestheticum en cortisonenpreparaat in het peesblad vaak een erg gunstig effect hebben.

Stretchoefeningen en ESWT

De meest recente onderzoeken hebben aangewezen dat stretchoefeningen en ESWT de meest efficiënte therapieën zijn tot op heden voor een ontsteking van het peesblad onder de voet.

Nachtspalken

Met een nachtspalk houdt u de tenen in opgestrekte positie tijdens uw slaap. Het peesblad is dan gestrekt en dit versoepelt de spanning van het peesblad tijdens de nacht. Hierdoor ervaren patiënten dikwijls minder pijn tijdens de eerste uren van de dag.

Schoenadvies

  • Schoenen met een verende of schokdempende hak, zoals hardloopschoenen.
  • Schoenen met afrol: dit zijn schoenen waarbij het neusgedeelte van de schoen wat omhoog staat, zodat bij het stappen de voet makkelijker 'doorrolt'. Uw tenen hoeven dan bij het stappen minder aan het pijnlijke peesblad trekken.
  • Schoenen met steunzolen met demping ter hoogte van de pijnlijke plaats.

Functiegerichte therapie

Het succes van de functiegerichte therapie, ook bekend als de Macedonische methode of de Hoogeveense methode, is intussen wetenschappelijk onderbouwd.

Operatieve behandeling

Een operatie, waarbij het peesblad wordt losgemaakt, is zelden noodzakelijk. In geval van korte kuitspieren kan een verlenging van de kuitspieren of achillespeesverlenging verricht worden.

Afdrukken

Het sinus tarsi syndroom is een aandoening van de enkel waarbij de zenuwtakjes in de sinus tarsi chronisch geïrriteerd zijn. De sinus tarsi is een smal kanaal tussen het hielbeen en het sprongbeen in de enkel. De ontsteking ervan geeft veel pijnklachten bij het stappen.

Oorzaken

  • Een keer of meerdere keren de voet verstuiken.
  • De voet overdreven naar binnen kantelen tijdens het stappen (overpronatie).
  • Deze aandoening komt vaker voor bij sporters (dansers, volleybal- en basketbalspelers), mensen met overgewicht, patiënten met reumatoïde arthritis.
  • Het komt ook voor bij voetafwijkingen zoals platvoeten, varusstand van de voorvoet (voet staat naar binnen gekanteld), supinatiestand voorvoet (voet staat naar buiten gekanteld), spitsvoet (voet staat naar beneden gekanteld) en andere voetafwijkingen.

Klachten

  • Pijn aan de buitenzijde van de enkel.
  • Onstabiel gevoel bij het stappen net onder de buitenenkel.
  • Pijn aan de binnen- en/of buitenzijde van de voet.
  • Pijn wanneer men de voet naar binnen kantelt.
  • Pijn wanneer men de voet maximaal naar beneden beweegt.
  • Pijn bij het betasten van de enkel.

Behandeling

Niet-operatieve behandeling

De behandeling is afhankelijk van de oorzaak en kan dus uit verscheidene technieken bestaan:

  • orthopedische zolen om de voetstand te corrigeren
  • inspuitingen met een plaatselijk pijnstillend middel

Operatieve behandeling

Indien de conservatieve (niet-operatieve) therapie niet helpt, kan een operatie overwogen worden.

Afdrukken