Lumbale fusie

Een lumbale fusie is een rugoperatie waarbij de wervels in de onderrug met schroeven en staven aan elkaar worden vastgemaakt met de bedoeling dat deze aan elkaar vastgroeien tot een definitieve verbinding.

Waarom een lumbale fusie?

Een lumbale fusie is aangewezen bij sterke slijtage van de tussenwervelschijf of bij instabiliteit van de wervelkolom. Dit is een abnormale beweeglijkheid van de wervels onderling in de onderrug en kan verschillende oorzaken hebben:

  • Slijtage van de tussenwervelschijf (discus) of van de facetgewrichten (kleine gewrichtjes tussen de wervels): dit is een normaal verouderingsverschijnsel en veroorzaakt verschuivingen en vernauwingen van de wervels.
  • Spondylolysis (a): dit is een onderbreking van de achterste boog van een wervel, waardoor er een verhoogde beweeglijkheid op dit stuk van de rug bestaat. Deze afwijking kan aangeboren zijn en geeft vaak pas klachten (rug- of beenpijn) op latere leeftijd. Soms ontstaat deze onderbreking na een breuk. Indien de wervel wat verschoven staat, spreekt men van een spondylolisthesis (b) of het afglijden van een wervel.
  • Andere aangeboren afwijkingen van de wervelkolom.

Over het algemeen wordt een rugfusie verricht om pijn te bestrijden en om ruggenmerg/zenuwen vrij te maken en te houden. De fusie houdt een gedeeltelijk verlies in van beweeglijkheid, maar indien slechts 1 of 2 wervels worden vastgezet, is er voldoende compensatie door de andere wervels. Vaak is er zelfs een toename van beweeglijkheid, omdat extreme pijnklachten verdwijnen of sterk verminderen.

Vaak wordt een fusie ook uitgevoerd bij een terugkerende discushernia na bijvoorbeeld vroegere chirurgie.

Slijtage tussenwervelschijf
Slijtage tussenwervelschijf
Spondylolis
Spondylolis

Klachten

  • Lage rugpijn bij de minste belasting van de rug
  • Uitstraling van pijn in een of beide benen, vooral na een tijdje staan of zitten
  • Gevoelsstoornissen in been en/of voet
  • Krachtsverlies in been en/of voet

Ingreep

  • Deze ingreep gebeurt onder algemene verdoving.
  • De chrirug maakt in het midden van de rug een snede ter hoogte van de wervels die men wil vastzetten.
  • De wervelbogen en wervelgewrichtjes worden vrij gelegd en er worden schroeven geplaatst in de wervels. Deze schroeven worden gebruikt om correcties uit te voeren en blijven zitten tot de wervels met elkaar zijn vergroeid.
  • Het zenuwkanaal wordt opengelegd en de zenuwen worden vrijgemaakt waar nodig.
  • De tussenwervelschijf vooraan tussen de wervels wordt verwijderd. De ingezakte discusruimte wordt opgekrikt met steunblokjes of de zogenaamde kooien, die gevuld worden met kleine stukjes bot van de patiënt. Dit is het bot dat eerst werd weggenomen om de zenuwen vrij te leggen.
  • Ook de resterende discusruimte wordt met deze stukjes bot gevuld. Soms wordt een speciaal product gebruikt om de botgroei te stimuleren.
  • De vooraf geplaatste schroeven worden met elkaar verbonden d.m.v. een plaatje of een staafje. Zo ontstaat er een stevige structuur, die ervoor zorgt dat de wervels aan elkaar kunnen vastgroeien.
  • De wonde wordt gesloten na controle op eventuele bloedingen of andere problemen. Er wordt altijd een buisje geplaatst om het overtollige bloed en vocht naar buiten af te voeren, zodat er geen ophoping in de wonde kan ontstaan.
  • De hospitalisatie bedraagt gemiddeld 4 nachten.
Lumbale fusie
Lumbale fusie

Revalidatie

  • Na ontslag heeft de patiënt nog gedurende 10 dagen spuitjes nodig tegen een diepe veneuze trombose (kuittrombose), tenzij de dokter anders oordeelt om medische redenen.
  • De patiënt moet 3 weken lang steunkousen dragen.
  • De herstelperiode varieert van 3 tot 12 maanden en hangt af van de ernst en de duur van de klachten voor de operatie.
  • Het herstel van de zenuwen kan zelfs oplopen tot 2 jaar, afhankelijk van de ernst van het zenuwletsel.

Eerste herstelfase (6 weken tot 3 maanden)

  • De wonde moet goed genezen en de patiënt moet zijn dagelijkse activiteiten sterk beperken.
  • Meestal moet de patiënt een lumbostaat (korset) dragen voor een periode van 6 weken.
  • Langdurig zitten of staan wordt afgeraden.
  • De patiënt maakt best dagelijks kleine wandelingen afgewisseld met korte rustperiodes in een liggende houding.

Tweede herstelfase (na 6 weken)

  • Na de eerste controle bij de specialist wordt meestal kinesitherapie opgestart.
  • De patiënt mag zijn activiteiten opdrijven.
  • De wonde is in principe genezen maar de wervels moeten nog vastgroeien.
  • Het korset mag niet langer gedragen worden, tenzij als bescherming bij zwaardere activiteiten.
  • Sporten is nog verboden maar autorijden kan al wel in beperkte mate.

Laatste herstelfase (na 3 maanden)

  • Er volgt opnieuw een controlebezoek bij de specialist en de patiënt mag de meeste dagdagelijkse activiteiten weer opstarten.
  • De patiënt mag ook weer fietsen, tenzij de arts dit niet toelaat wegens medische redenen.
  • Het werk kan meestal pas na 4 à 6 maanden hervat worden.