Kraakbeenletsels in de knie

Bij een kraakbeenletsel in de knie is een stuk van het kraakbeen beschadigd en is het overige kraakbeen in de knie nog intact. Wanneer het volledige kraakbeenoppervlak is uitgesleten, spreken we van artrose van de knie (gonartrose) of in de volksmond een ‘versleten knie’. Bij een plaatselijk kraakbeenletsel is de behandeling eerder gericht op het herstel van het letsel, terwijl dit bij zware artrose vaak niet meer mogelijk is.

Oorzaken

  • Vaak zien we kraakbeenletsels na een trauma zoals een verdraaiing van de knie (soms met kruisbandletsels), een breuk of een directe slag op de knie.
  • Bij jongeren komt soms osteochondritis dissecans (OCD) voor: Dit is een gewrichtsaandoening waarbij door een gebrekkige bloedtoevoer een stukje bot van de knie afsterft. Het bovenliggende kraakbeen riskeert hierbij ook los te komen of in te zakken zodat er een grote kraakbeenkrater wordt gevormd.

Gevolgen

  • Vorming van een gewrichtsmuis: Kraakbeenstukjes in het gewricht komen los en verplaatsen zich vrij in het gewricht en kunnen soms geklemd raken.
  • Gewrichtsontsteking in de omgevende weefsels (kapsel, slijmvlies) met vocht, zwelling en pijn in de knie. Dit veroorzaakt pijn in de knie. Het kraakbeen zelf is niet gevoelig.

Klachten

  • Pijn in de knie
  • Blokkade of niet volledig kunnen plooien of strekken van de knie doordat het losgekomen stukje kraakbeen geklemd zit.
  • Gezwollen knie
  • Hinder bij dagelijkse activiteiten en sportactiviteiten

Operatieve behandeling

Afhankelijk van de ernst, plaats, uitgebreidheid van het letsel en leeftijd van de patiënt kunnen volgende behandelingen worden overwogen.

Arthroscopische spoeling en debridement (schoonmaken van de knie)

De chirurg frist het los en onregelmatig kraakbeen dat vaak een blokkade en ontsteking veroorzaakt, tijdens een kijkoperatie op. Hij verwijdert losse kraakbeenflappen en maakt de ruwe randen glad met een shaver. De ‘opgelapte’ knie zal enige tijd (enkele jaren) minder last geven. Het kraakbeen van de knie herstelt met deze behandeling echter niet.

Ice Pick: microfractuur (gaatjes prikken in het bot)

Voor een beperkt maar diep kraakbeenletsel kunnen we in het onderliggende bot kleine gaatjes kloppen. Zo komen beenmergcellen vrij en vormt er zich een bloedstolsel in het kraakbeenletsel. Dit wordt omgezet in littekenkraakbeen (fibrocartilago). Het littekenkraakbeen is jammer genoeg niet zo sterk als het gewone kraakbeen, maar zorgt wel voor een stabiel oppervlak. Zo wordt verdere uitbreiding van het letsel tegengegaan.

Kraakbeentransplantatie: mosaïcplastie

Voor een kraakbeentransplantatie boort men eerst cilindrische gaten in het kraakbeenletsel, die nadien worden opgevuld met een nieuwe bot- en kraakbeen cilinder afkomstig van een minder belangrijk en niet-belast deel van de knie. Dezelfde techniek kan men ook met donorkraakbeen toepassen.

Cel- en weefseltransplantatie

Bij deze techniek verwijdert men tijdens een kijkoperatie kraakbeencellen om ze op celkweek te zetten. Men plaatst alleen de ‘goede’ cellen terug onder een laagje botvlies. Deze veelbelovende techniek werd in België ontwikkeld maar kan enkel in zeer specifieke gevallen worden toegepast.

Kraakbeentransplantatie
Kraakbeentransplantatie