Ziekte van Dupuytren

Bij de ziekte van Dupuytren ontstaan door woekering van de bindweefselcellen knobbeltjes in de handpalm. De knobbeltjes veranderen na een tijd in harde strengen. Deze strengen strekken zich uit tot de vingers en leiden tot kromme vingers (klauwstand). De woekering tast ook het onderhuidse weefsel aan waardoor de huid van de handpalm verhardt en verschrompelt.

Oorzaken

  • De oorzaak van de aandoening is niet bekend.
  • Erfelijkheid speelt een belangrijke rol.
  • De aandoening komt frequenter voor bij diabetespatiënten.

Klachten

  • Vorming van knobbeltjes en onderhuidse strengen in de handpalm.
  • Verharding en verschrompeling van de handpalm.
  • Verkromde vingers die niet meer goed kunnen strekken.
  • De ziekte ontstaat meestal bij de ringvinger en/of pink, maar kan in alle vijf vingers zitten. Vaak zitten de strengen in beide handen.
  • De aandoening wordt meestal erger. Soms is de evolutie naar verkromming zeer langzaam, soms eerder snel.

Behandeling

Dupuytren kan terugkomen, ongeacht de behandeling.

Infiltraties Xiopex

  • Voor bepaalde klachten is een infiltratie (inspuiting) mogelijk ter hoogte van de streng, waardoor de spanning afneemt.
  • Ten vroegste 24 uur later gebeurt onder plaatselijke verdoving een stretching (rekking).
  • Riziv stelt voorwaarden.

Operatie

  • Het doel van een operatie is om de hand zo lang mogelijk functioneel te houden en dat de vingers weer gestrekt kunnen worden.
  • Als de kromstand al lang aanwezig is, kan een hardnekkige gewrichtsverstijving optreden in de vinger. Dit is onomkeerbaar en kan niet verholpen worden met een operatie.
  • Bij uitgesproken buiging tot in de handpalm zijn ook de bloedvaten verkort en bestaat het risico dat indien men de vinger zou proberen recht te trekken, de bloedvoorziening van de vinger in het gedrang komt.
  • De ingreep gebeurt in ons ziekenhuis meestal onder algemene verdoving en in dagopname in het dagziekenhuis. Dat betekent dat men naar huis mag zodra de verdoving uitgewerkt is. Soms is een hospitalisatie nodig.
  • Voor de ingreep maakt de chirurg in de hand meestal een zigzag insnede van de handpalm naar de vingers toe. De grootte is afhankelijk van de aangetaste vingers en de uitgebreidheid van de aandoening.
  • De chirurg verwijdert het zieke bindweefsel en probeert de strengen weg te nemen, zodat de vingers weer zoveel mogelijk kunnen strekken.
  • Soms laat hij een deel van de wonde open, omdat er een huidtekort is wanneer de vingers weer recht komen. Ofwel kan dit spontaan dichtgroeien, ofwel maakt men gebruik van een huidgreffe, dit is huidweefsel dat op een andere plaats wordt weggenomen, meestal aan de elleboog of voorarm.
  • Afhankelijk van de bevindingen tijdens de operatie en de ernst van verkromming, kan de kromstand al dan niet volledig hersteld worden.

Revalidatie

  • Na de operatie krijgt de vinger een tijdelijke spalk om verkromming te voorkomen. In bepaalde gevallen wordt een drainagebuisje aangebracht om bloedophoping te vermijden.
  • Na enkele dagen tot één week wordt de tijdelijke spalk vervangen door een makkelijk afneembare maatspalk. Gewoonlijk dient men deze 4 weken dag en nacht te dragen, waarna nog 4 weken enkel ’s nachts.
  • De draadjes worden verwijderd 10 tot 14 dagen na de ingreep, soms na een langere periode afhankelijk van de wondevolutie.
  • Men moet zo vroeg mogelijk met bewegingsoefeningen starten, zodra huid en pezen dit toelaten. Deze oefentherapie zal verder in overleg gebeuren met de kinesist.
  • De spalk dient dus meerdere keren per dag te worden verwijderd voor buig- en strekoefeningen. Dit kan een maand duren in de lichtere gevallen en meerdere maanden tot een jaar in ernstigere gevallen.
  • Huishoudelijke activiteiten zijn minstens voor 2 weken uitgesloten. Nadien kan men ze geleidelijk aan hervatten, als de wonde vlot geneest en vingers weer voldoende soepel zijn.