Duimbasisartrose

De duim is het meest gebruikt onderdeel van de hand. Daarom ontstaat artrose vaak in de duimbasis. Dit gewricht zorgt ervoor dat de duim veel kanten op kan bewegen. Artrose is slijtage van het kraakbeen in een gewricht. Het kraakbeen op de uiteinden van de botten zorgt ervoor dat de botten soepel en pijnloos over elkaar kunnen bewegen. Door de artrose slijt het gladde kraakbeenweefsel af, de gewrichtsspleet wordt nauwer de botten gaan tegen elkaar wrijven. Soms treedt er ook botaanwas op aan de rand van het gewricht.

Klachten

  • Pijn bij het vastpakken van voorwerpen met de duim en vingers en het knijpen: bv. openen van potjes, van het autoportier, het omdraaien van sleutels, het hanteren van een pincet.
  • De pijn kan ook ’s nachts optreden.
  • Zware belasting van de duim en weersveranderingen (in temperatuur of luchtvochtigheid) kunnen deze pijn uitlokken.
  • Geleidelijk wordt de duim minder beweeglijk en wordt de duimbasis gezwollen.
  • Naarmate de ziekte verergert, gaat de geringste beweging al pijn doen.
  • Men heeft minder kracht in de duim.
  • In sommige gevallen wijkt ook de stand van de duim af, waarbij de duimmuis naar binnen wijkt en de rest van de duim gaat overstrekken.

Behandeling

Niet-operatief

  • In het beginstadium kunnen de symptomen van de aandoening meestal verdwijnen met niet-operatieve maatregelen zoals bewegingsbeperking, een spalkje of geneesmiddelen die de zwelling tegengaan, of met infiltraties (inspuitingen) met cortisone.

Operatief

  • In ernstigere gevallen is een operatie noodzakelijk en meestal is een prothese van de duimbasis aangewezen. Dit is een kunstgewricht dat het beschadigde deel van het duimgewricht vervangt. Een duimprothese bestaat uit drie delen: kop, nek en steel.
  • Deze ingreep gebeurt tijdens een korte opname van 1 nacht en gebeurt onder algemene verdoving.
  • De chirurg maakt een snede aan de rugzijde of handpalmzijde van de duim en maakt het gewrichtskapsel open. Het versleten kraakbeenoppervlak wordt aan beide beenderen verwijderd.
  • De chirurg plaatst de duimprothese en test de beweeglijkheid van de duim.
  • De chirurg hecht de snede.
  • De onderarm wordt gegipst.
  • De volgende ochtend wordt nog een controleröntgenfoto genomen. In de loop van de dag mag men naar huis.

Revalidatie

  • Soms zijn er in de eerste dagen tijdelijke gevoelsstoornissen. Dit zijn tintelingen of een slapend gevoel rondom de duim en ze verdwijnen na enige tijd.
  • Om zwelling en verstijving van hand en vingers te vermijden, is hoogstand van de hand aangewezen. Men krijgt hiervoor een draagband mee die men na enkele dagen mag aflaten. Het is belangrijk om onmiddellijk veel te bewegen met de vingers, dit helpt te ontzwellen.
  • 2 weken na de ingreep volgt een controleraadpleging met wondcontrole. U moet de brace dag en nacht aanleggen en af en toe uitdoen voor de oefeningen.
  • 4 weken na de ingreep volgt een tweede raadpleging waarbij een RX-foto gemaakt wordt voor evaluatie van de prothese. U moet de brace nog 3 weken lang enkel 's nachts dragen.
  • Na een 3-tal maanden zou de duim volledig genezen moeten zijn.