Dries Swolfs (34) draagt als interne coach in RZ Heilig Hart Tienen zorg voor de zorgverleners: “Corona weegt enorm op onze mensen, en soms ook op hun thuisfront”

Vandaag ontmoet ik een man die niet alleen elke afdeling van het ziekenhuis op zijn duimpje kent, maar ook bijna iedere medewerker. De 34-jarige Dries Swolfs uit Alken is sinds twee en een half jaar de interne coach van het ziekenhuis. Dries legt zijn oor te luisteren bij de medewerkers: van artsen tot de mensen van de wasserij toe. Hij springt hen bij waar nodig. Hij monitort steeds de temperatuur op de werkvloer en koppelt terug naar de leidinggevenden en directie. Zijn belangrijke taak is zorg dragen voor de zorgverleners. Maar hoe kun je voor hen zorg dragen? Die mensen staan onder een immense druk, zeker nu in volle coronacrisis.

Ook zonder corona is het voor deze verzorgenden zwaar en mag men de focus geen seconde verliezen. “Dat brengt vaak wat stress met zich mee”, zegt Dries. “Daarom ook houden we teamgesprekken of individuele gesprekken om gezond te kunnen omgaan met stress. Maar evenzeer zijn er talent-motivatie-analyses: gesprekken om na te gaan waar je goed in bent in je job of om een extra uitdaging aan te gaan. Zo krijg je de juiste mensen op de juiste plaats. Goede communicatie is immers uiterst belangrijk, evenals mensen stimuleren en sterker maken.”

Verzorgenden mogen de focus geen seconde verliezen.

 

Net dat laatste – je mensen nog sterker maken – is in volle coronacrisis geen evidentie. “Heel wat verpleegkundigen en dokters zijn verschoven naar een andere afdeling. Zij kwamen in contact met andere pathologie, ziektebeelden die ze al tien jaar niet meer gezien hebben. Niet dat ze die ziektebeelden niet kennen, kunnen beoordelen of behandelen. Maar het is normaal dat er dan toch wat twijfels naar boven komen. Eender welke ervaring hier op de werkvloer wil ik horen. Pas als je zulke zaken weet, kan je medewerkers ondersteunen.”

Impact op mentaal welzijn

“Soms zijn er wel ingrijpende gebeurtenissen voor de zorg- en hulpverleners. Dat kan bijvoorbeeld een agressieaanval van een patiënt zijn. Het is niet omdat je ‘kiest voor de zorg’, dat je er gewoon maar alles moet bijnemen, want je hebt uiteindelijk ‘zelf voor die job gekozen’. Neen, zo is het dus niet. We trachten dicht bij onze collega’s te staan en elkaar fysiek en psychisch te ondersteunen”, zegt Dries. Of de psychologische druk nu hoger ligt? “Corona weegt enorm op onze mensen, en soms ook op hun thuisfront. De medewerkers hier weten dat men alle mogelijke veiligheidsmaatregelen in acht neemt op de werkvloer. Tegelijkertijd wil men thuis zorg dragen voor het gezin en de familie. Zoals geweten, glippen er soms patiënten door de mazen van het net. Een valsnegatieve test bijvoorbeeld. Medewerkers die een nauw contact gehad hebben met zo’n patiënt worden meteen getest. Wel, sommige medewerkers zijn al eens driemaal in één week tijd getest. Leg dat thuis maar eens uit. Ja, als iemand van hun partners nood heeft aan een gesprek of duiding, dan doen we dat zeker. De combinatie van werk en privé valt soms heel zwaar. De confrontatie met zichzelf, een eigen gevecht... En toch wil men absoluut verder werken en niet opgeven. We trachten hen zoveel hen zoveel mogelijk te ondersteunen.”

Dries Swolfs is de interne coach van het ziekenhuis.

 

Morele stress

Maar corona zorgt voor een groter probleem dan tot nu toe gekend bij artsen en verpleging. Een troostende arm op een schouder plaatsen bij een coronapatiënt is gezien de omstandigheden soms moeilijk. “Soms maakt men een overlijden of een afscheid van heel dichtbij mee. Ja, bij die mensen komt er dan morele stress bij kijken en heeft men al eens het gevoel dat ze niet meer kunnen betekenen. Een gevoel van machteloosheid. Maar men krijgt ook dagelijks te maken met aangrijpende vragen van patiënten: ‘Kan mijn gezondheidssituatie snel keren? Ga ik hier sterven?’ Zulke vragen waar men niet steeds het antwoord op weet, komen hard binnen.”

Vragen van patiënten waar men niet steeds het antwoord op weet, komen hard binnen.

 

Perspectief

De zorgmedewerkers krijgen niet alleen te maken met het verschuiven van afdelingen, maar moeten ook mee met de piekmomenten. “Het is een steeds schommelen. Naargelang het aantal opgenomen coronapatiënten verschuift men van afdeling om nadien – als er weer eventjes wat minder zijn – terug op hun vertrouwde afdeling aan het werk te gaan. Een dag later kan de situatie weer anders zijn. Ook is er uiteraard een verschil als er vier nieuwe opnames zijn of tien op een dag. Telkens weer moet men zich aanpassen en zijn flexibiliteit tonen. Daarbovenop komt nog eens de vraag: hoe lang zal dit nog duren en kunnen we dit wel volhouden?”

Voor al die medewerkers die dagelijks in de strijd gaan tegen corona, komt daar ook nog in het privéleven de lockdown bij kijken. “Eens een pintje drinken na het werk of uit eten gaan kan niet, net als familiebezoek. Er is een compleet gemis aan perspectief, op heel wat vlakken. Het is belangrijk om je focus trachten te verruimen als tegengewicht voor al het negatieve dat we ervaren. Soms vraag ik hen om me eens drie positieve dingen te vertellen die ze de afgelopen dag hebben meegemaakt tijdens het werk. Jawel, dat lukt hen wel, want die zijn er nu nog steeds, maar je moet ze kunnen blijven zien. Net hetzelfde op privégebied. Stel enkele leuke dingen voorop die je die dag met je gezin of partner gaat doen. Dat helpt echt om de hoop, veerkracht en het optimisme niet te verliezen.”