Tenniselleboog

Een tenniselleboog is een peesaandoening rond de elleboog en veroorzaakt pijn aan de buitenkant van de elleboog. Het komt vaak voor bij onderhoudspersoneel, schilders, metselaars, ruitenwassers en techniekers. De naam vindt zijn oorsprong in het tennis omdat vroeger tennissers vaak last hadden van deze aandoening door met een zwaar racket te spelen.

Oorzaken

  • Een tenniselleboog ontstaat door overbelasting van de strekspieren van de pols en hand. Deze strekspieren lopen over de buitenkant van de onderarm van de elleboog naar de pols en zitten aan de buitenzijde van de elleboog vastgehecht op de elleboogknobbel.
  • Dit pezig aanhechtingspunt kan ontstoken raken wanneer de strekspieren overbelast worden door het veelvuldig herhalen van dezelfde grijp- en draaibewegingen van de pols (bv. een doek uitwringen, schroeven indraaien, kniptang gebruiken,…).
  • Soms kunnen in de pees ook hele kleine scheurtjes en kalkneerslag ontstaan.

Klachten

  • Vooral bepaalde draaibewegingen van de pols waarbij de hand kracht moet zetten, lokken pijn uit aan de buitenzijde van de elleboog: een deurklink naar beneden duwen, de sleutel in het slot draaien, een stoel aan de rugleuning opheffen, een kop koffie vasthouden, een tandenborstel gebruiken, handen schudden enz.
  • Wanneer men op de buitenkant van de elleboog drukt, doet het pijn. De pijn kan soms uitstralen tot in de onderarm.

Behandeling

Niet-operatief

Vaak biedt een niet-operatieve behandeling hulp. Uw chirurg zal voor u de gepaste behandeling voorstellen, in functie van het klachtenpatroon, het klinisch onderzoek en eventueel bijkomende beeldvorming.

  • Rust: Om de pees van de tenniselleboog te laten rusten, is het eerst en vooral raadzaam dat men met de andere arm zoveel mogelijk taken overneemt en het werk aanpast Bij een zeer pijnlijke tenniselleboog moet de arm/elleboog soms in het gips gedurende enkele weken.
  • IJs: Men kan op de pijnlijke plek een paar keer per dag gedurende 10 minuten een ijszak aanbrengen. Dit vermindert de pijn en bevordert de genezing.
  • Ontstekingsremmers
  • Elleboogbandje of polsbrace
  • Kinesitherapie: ultrasoon (niet-hoorbare geluidstrillingen), stretching, fricties (diepe dwarse massage van de pees), verlengende spieroefeningen (soms met ijsfricties - massage let ijsblokje)
  • Cortisone-injectie: plaatselijke inspuiting ter hoogte van de elleboogknobbel
  • ITEC-methode: nieuwe veelbelovende behandeling met micro-injecties met eigen bloed in de peesaanhechting
  • Schokgolftherapie: Bij schokgolfbehandeling of shockwave therapie is het effect niet onmiddellijk maar pas na enkele weken voelbaar. Door de schokgolven wordt de kalkopstapeling geïrriteerd en kan ze oplossen, een beetje zoals een bruistablet in een glas water. Jammer genoeg lukt dit niet altijd.
    Meer info over schokgolftherapie (pdf-bestand, 327 kB)

Operatief

  • Wanneer een tenniselleboog met een conservatieve (niet-operatieve) behandeling niet geneest of steeds weer terugkomt, of wanneer er scheurtjes in de pees zijn, kan men een heelkundige ingreep overwegen.
  • De ingreep gebeurt in dagopname en onder algemene verdoving.
  • Het doel van deze behandeling is de zieke pees op te kuisen. Via een relatief kleine huidsnede over de buitenzijde van de elleboog maakt de chirurg de pees los. Vervolgens snijdt hij het zieke peesweefsel er beperkt uit en wordt het zieke weefsel verwijderd.
  • De pees wordt nadien terug gefixeerd onder minder spanning en op een goed doorbloede ondergrond door het bot wat ruw te maken. Meestal legt men na de ingreep een drukverband en gipsspalk aan om pijn en zwelling tegen te gaan en de pees de tijd te geven om goed te genezen.

Complicaties

  • Infectie en bloeding: Deze complicatie kan zich tijdens iedere heelkundige ingreep voordoen. Bij deze specifieke ingreep is het risico hierop zeker niet groter.
  • Zenuwletsel: Sommige patiënten ervaren een voos gevoel naast het litteken. Geleidelijk aan vemindert dit meestal. Soms blijft echter een beperkte zone gevoelloos.
  • Gewrichtsstijfheid: Soms treedt gewrichtsstijfheid op. Intensieve kinesitherapie kan dit verhelpen.
  • Verminderde kracht: De eerste maanden kan uw grijpkracht verminderd zijn omdat er werd gewerkt aan de strekspieren van uw pols. Uw grijpkracht zal langzaam en met behulp van kinesitherapie weer toenemen.
  • Südeck: Na een heelkundige ingreep op een lidmaat kan zich de Ziekte van Südeck ontwikkelen. Südeck is een verwikkeling waarbij abnormale zwelling, verstijving en pijn optreden. Gelukkig komt het zelden voor. Hoewel deze complicatie een zeer lange revalidatie met zich meebrengt, is de afloop uiteindelijk wel gunstig.