Carpale tunnel

De carpale tunnel is een 'kanaaltje' in de pols dat gevormd wordt door de polsbeentjes bovenaan en een stevig dwars vlies onderaan, het dwarse polsligament. Door dit kanaal lopen bloedvaten, zenuwen en de buigpezen voor de vingers en de pols. Een belangrijke grote zenuw is de mediane (middelste) handzenuw, die o.a. zorgt voor het gevoel in de hand en de buigbewegingen van de vingers.

Klachten

Het carpale tunnelsyndroom is een verzameling van klachten in de pols en hand die ontstaan doordat de mediane zenuw gekneld geraakt in het kanaal. De meest voorkomende klachten in de vingers (behalve pink en deel van ringvinger) zijn:

  • pijn
  • tintelingen
  • gevoelloosheid
  • krachtverlies

Oorzaken

De meest voorkomende oorzaak van het carpale tunnel syndroom is langdurige overbelasting van de pols. Dit kan leiden tot een verdikking van het polsligament. Door deze zwelling neemt de druk in de carpale tunnel toe en geraakt de mediane zenuw geïrriteerd en gekneld in het kanaal.

Behandeling

Niet-operatief

Meestal zijn eenvoudige behandelingen succesvol:

  • rust
  • polsspalkje
  • ontstekingsremmende medicatie
  • inspuiting met cortisone in de carpale tunnel

Operatief

Wanneer die echter niet voldoende helpen, kan een operatie nodig zijn om de druk op de zenuw weg te nemen.

  • Het is een kleine ingreep, die tijdens een korte opname in het dagziekenhuis kan gebeuren. Dat betekent dat men naar huis mag zodra de verdoving uitgewerkt is.
  • De operatie gebeurt doorgaans onder plaatselijke verdoving (van de arm alleen), in sommige gevallen onder algemene verdoving.
  • De chirurg maakt een insnijding van 3 à 4 cm over de pols en hand.
  • Het dwarse polsligament wordt doorgesneden, zodat de zenuw vrijkomt. Nadien wordt de wonde gehecht en met een steriel drukverband afgedekt.
  • Rond de pols wordt een klein soepel verband of een gipsspalk aangebracht.

Revalidatie

  • De patiënt krijgt in sommige gevallen een onderarmspalkje voor een 2-tal weken ter ondersteuning. Dit werkt pijnstillend en zorgt ervoor dat de zenuw voldoende zijn spanning behoudt.
  • Men dient meermaals per dag rekoefeningen voor de pols en volledige arm te doen om zenuwverkorting te voorkomen. Deze oefeningen krijgt de patiënt voor zijn vertrek naar huis aangeleerd.
  • De draadjes kunnen door de huisarts of de thuisverpleegkundige na 2 weken worden verwijderd.
  • Na 4 weken volgt een controleafspraak bij de chirurg en wordt een herevaluatie na de ingreep gepland.