Springvinger

Een springvinger of 'trigger vinger' is een aandoening van de pezen in de hand die de vingers buigen, de zgn. buigpezen, waarbij de vinger op bepaalde ogenblikken niet of moeilijk gestrekt of geplooid kan worden.

Oorzaken

  • Meestal begint deze aandoening als een overbelasting met ontsteking, waardoor de peesschede, de huls waarin de pees glijdt, gaat zwellen.
  • Soms is echter de pees zelf gezwollen.
  • Bij langdurige ontsteking ontstaat er dan een verdikking in de peesschede. Deze vernauwing hindert de pees bij overgang van buigen naar strekken en omgekeerd. De pees loopt dan als het ware vast tijdens het buigen en strekken. Dit veroorzaakt het typische haperen.
  • Wanneer de pees blijft steken, raakt de pees geïrriteerd. Dit veroorzaakt een vicieuze cirkel van ontsteking, zwelling, haperen en opnieuw ontsteken.

Klachten

  • De vinger kan op bepaalde ogenblikken moeilijk gestrekt worden.
  • Soms komt de vinger helemaal vast te zitten (‘op slot’) en kan de vinger niet meer gestrekt of gebogen worden.
  • Vaak treedt een springvinger ’s ochtends op. Aanvankelijk gebeurt dit sporadisch, maar geleidelijk kan dit frequenter optreden. Meestal wordt de duim eerst aangetast, gevolgd door de ringvinger, middenvinger, pink en wijsvinger.
  • De aandoening komt meer voor bij patiënten met reuma en suikerziekte.
  • Soms zijn er ook andere aandoeningen aanwezig zoals peesontstekingen van schouder en elleboog, carpale tunnel syndroom enz.

Behandeling

  • Wanneer een springvinger niet of te laat behandeld wordt, kunnen de gewrichten blijvend verstijven. 

Niet-operatief

  • In het begin van de aandoening kan een inspuiting met cortisone soms hulp bieden.
  • Het dragen van een spalkje of het aanpassen van de activiteiten zodat de vinger rust krijgt, kan soms ook helpen.

Operatief

  • Is de aandoening te vergevorderd, dan is een operatie aangewezen.
  • Dit is een kleine ingreep onder plaatselijke verdoving, die tijdens een korte opname in het dagziekenhuis kan gebeuren. Dat betekent dat men naar huis mag zodra de verdoving uitgewerkt is.
  • Soms wordt een algemene verdoving gebruikt (bv. bij meerdere vingers aan 2 handen).
  • De chirurg maakt een kleine korte dwarse huidsnede (bij ingreep aan de duim) ofwel rechte (bij ingreep aan de overige vingers) aan de basis van de vinger op niveau van de handpalm.
  • Hierna maakt hij de peesschede ter plaatse van de zwelling in de pees open en neemt de zwelling weg.

Revalidatie

  • U moet zo vroeg mogelijk met bewegingsoefeningen starten, zodra huid en pezen dit toelaten. Deze oefentherapie kan eventueel verder in overleg gebeuren met de kinesist.
  • De geopereerde hand kan gewoonlijk snel na het verwijderen van de hechtingen (na twee weken) weer normaal gebruikt worden. Sommige patiënten ervaren na de operatie nog enige tijd een lichte zwelling ter plaatse van het litteken of een stijfheid van de vinger.
  • Huishoudelijke activiteiten zijn minstens voor 2 weken uitgesloten, maar nadien kunnen ze geleidelijk aan worden hernomen als de wonde vlot heelt en de beweeglijkheid zich voldoende hersteld heeft.