Arbeid
Wanneer je de eerste ontsluitingsweeën krijgt, ga je in arbeid. Dit is het begin van de bevalling. Je baarmoeder trekt samen om ervoor te zorgen dat de baarmoederhals zich opent.
Arbeid en bevalling verlopen meestal het vlotst als je de natuur zijn werk laat doen. Daarom proberen we de weeën vanzelf op gang te laten komen. Soms moeten de weeën gestimuleerd worden en moet de arbeid kunstmatig op gang gebracht of ingeleid worden.
Verloop spontane arbeid
- Als je weeën steeds korter na elkaar komen, heb je al je aandacht nodig om ze op te vangen. Je lichaam begint met de aanmaak van specifieke hormonen, endorfines. Hierdoor kom je in een soort roes en ervaar je de pijn niet meer zo bewust en vergeet je hem nadien ook weer.
- Tijdens de arbeid heb je dikwijls geen zin meer in vast voedsel, maar verbruikt je lichaam wel veel energie. We raden je daarom aan om enkele sportdrankjes mee te brengen. Deze bieden zowel vocht als calorieën.
- Tijdens de arbeid komt de vroedvrouw regelmatig kijken hoe jij en de baby het stellen. De gynaecoloog komt regelmatig langs en/of wordt telefonisch op de hoogte gehouden.
- Door de krachtige weeën gaat de baarmoederhals open en daalt de baby in. Een aantal dingen kunnen helpen om je te ontspannen.
Relaxatie
- In de verloskamers zijn verschillende mogelijkheden om je wat te ontspannen: relaxatiebal, relaxatiebad of regendouche, massagetechnieken, warme kompressen.
- Zorg voor een ontspannen sfeer. Doe het licht uit, zet jullie gsm uit en luister naar wat zachte muziek. Soms helpt het als je partner je rug masseert.
- Wissel regelmatig van houding. Blijf niet in bed liggen, maar loop eens rond of probeer de bal.
- Neem een relaxatiebad of -douche. Warm water zorgt voor een natuurlijke oplossing om de pijn te bestrijden, waardoor je je meer zult kunnen ontspannen tussen de weeën door.
Ingeleide arbeid
In bepaalde gevallen moeten de weeën gestimuleerd worden en kan de arbeid niet spontaan verlopen.
Medische redenen
- Je bent over tijd (maximum = 10 dagen).
- Je placenta functioneert niet goed (placenta-insufficiëntie) met als gevolg een verminderde bloeddoorstroming naar je baby. Hierdoor krijgt je baby minder voeding en zuurstof.
- De vliezen zijn gebroken maar de weeën komen niet vanzelf op gang.
- De baby vertoont een groeivertraging.
- Je vertoont zwangerschapsvergiftiging: hoge bloeddruk, eiwitverlies in de urine, veel vochtopstapeling in handen en voeten enz.
- De baby dreigt te groot te worden.
- Je baby beweegt minder.
Manieren
- Het induceren of inleiden kan op verschillende manieren, afhankelijk van de rijpheid van de baarmoederhals.
- Het plaatsen van vaginale tabletten, om de baarmoederhals te doen uitrijpen of klaar te maken voor de bevalling.
- Het vaginaal plaatsen van een ballon voor ontsluiting.
- Het plaatsen van een infuus, om de weeën op te wekken.
- Het kunstmatig breken van de vliezen, wat meestal leidt tot stevigere weeën.
Nadelen
- Een langdurigere arbeid en bevalling
- Een overstimulatie, d.w.z. te veel of te lange contracties met te weinig ontspanning van de baarmoederspier tussendoor
- Meer kans op een kunstverlossing (zuignap, verlostang, keizersnede)
- Uitzonderlijk lukt het niet om de arbeid op gang te brengen.
- Omwille van de mogelijke complicaties wordt een inleiding altijd grondig met de gynaecoloog besproken.
Ligging van de baby
- De meeste baby’s liggen in 'voorste plaatsing', d.w.z. met hun hoofd naar beneden en hun rug tegen je buikwand. Dit is ook de meest gunstige ligging voor de bevalling.
- Sommige baby’s gaan echter met hun rug tegen je ruggengraat aanliggen. Dit noemt men een 'achterste plaatsing' of sterrenkijkertjes. Deze positie bemoeilijkt sterk de indaling in het bekken. Het hoofdje blijft meestal hoog zitten, met een lange en pijnlijke arbeid tot gevolg. Tijdens de arbeid zal de vroedvrouw je soms een bepaalde houding laten aannemen om de baby zo snel mogelijk te laten draaien naar een voorste plaatsing.
- Als de baby toch niet spontaan draait, zal de gynaecoloog proberen tijdens de persweeën het hoofdje te draaien. De geboorte zal immers vlotter verlopen als de baby in voorste plaatsing ligt.