Flebografie
Een flebografie is een radiologisch onderzoek waarbij er röntgenfoto's gemaakt worden van de aders met behulp van contrastvloeistof.
Doel van het onderzoek?
Met een flebografie kunnen we veneuze aandoeningen opsporen. Dit zijn aandoeningen aan de aders, bv. trombose, fistelvorming, slecht werkende aderkleppen.
Wanneer is het onderzoek aangewezen?
Een flebografie is grotendeels vervangen door het Duplex-onderzoek, maar voor sommige aandoeningen blijft het een aangewezen onderzoek. Bijvoorbeeld voor het opsporen van:
- een fistel: dit is een abnormale verbinding tussen een slagader en een ader
- een slecht werkende ader in de onderbuik: bv. de vena ovarica zorgt voor de afvoer van het bloed van de eierstokken. Wanneer de bloedafvoer onvoldoende is of te traag is, kan dit leiden tot het pelvis congestie syndroom.
- een diepe veneuze trombose: om in complexe gevallen de mogelijkheid voor een thrombolyse (het oplossen van klonters) te evalueren.
Duur van het onderzoek?
Dit onderzoek duurt 30 tot 60 minuten afhankelijk van de bevindingen.
Hoe verloopt het onderzoek?
- Dit onderzoek gebeurt volledig onder lokale verdoving.
- De arts prikt een ader in de lies aan. Doorheen de naald wordt vervolgens een voerdraad opgevoerd.
- Over deze voerdraad wordt een katheter (dun slangetje) in de te onderzoeken ader gebracht. Er kunnen verschillende katheters opgevoerd worden om de inhoud van de aders op te spuiten met contraststof of kleurstof.
- Tijdens de contrastinspuiting wordt de binnenkant van de aders zichtbaar gemaakt. Zo kant de arts de verstopping juist beoordelen op de röntgenbeelden.
- Het onderzoek is volledig pijnloos, uitgezonderd het aanprikken zelf.
- Wanneer de beelden gemaakt zijn, wordt het katheter verwijderd en wordt de ader in de lies afgedrukt om een eventuele bloeding te stelpen.
- De patiënt mag ongeveer twee uur later het ziekenhuis verlaten.
