Geriater Eline Van Hove (33): “Patiënten nu vroeger naar hun vertrouwde omgeving laten gaan is niet altijd beste oplossing”

Vandaag maak ik kennis met de 33-jarige Eline Van Hove. De vrouw uit Bertem is geriater en drie jaar aan de slag in dit ziekenhuis. De hoofdmoot van haar patiënten zijn mensen die gehospitaliseerd zijn voor een revalidatie. Daarnaast zijn er nog de consultaties en is ze werkzaam in de geheugenkliniek. Misschien toch iemand die de coronacrisis niet zo hard voelt op de werkvloer? Wederom ijdele hoop, want ook voor Eline is het niet meer zoals voorheen.

De meeste van haar patiënten verblijven langere tijd in het ziekenhuis. “Vaak gaat het om een revalidatie na een orthopedische ingreep zoals bijvoorbeeld een heupprothese of revalidatie na een cva (hersenbloeding of herseninfarct), zowel hier in het ziekenhuis als op de andere campus”, zegt Eline Van Hove. “Maar door corona is alles zowat door elkaar geschud. De afdeling geriatrie op campus Mariëndal is omwille van praktische redenen als eerste gesloten en omgevormd tot de cohorte-afdeling. Onze geriatrische patiënten liggen nu verspreid over alle afdelingen van de campussen.”

Onvoorwaardelijke inzet van iedereen

Een beetje een ‘wespennest’ dus... Niet alleen de patiënten verhuisden naar andere afdelingen en kwamen her en der te liggen, maar er is ook nog de verschuiving van het personeel. “Plots heb je dan verplegers die niet vertrouwd zijn met de zorgen en noden van geriatrische patiënten. Dan moet je persoonlijk gaan bijsturen. Iedereen doet wel enorm zijn best, die verplegers doen dat keigoed! Ondanks de enorme druk die op ieders schouders ligt, is er de onvoorwaardelijke inzet van iedereen. Dat op zich zorgt dan weer voor een extra stimulans.”

Nabijheid missen

Maar ook Eline en haar collega’s hebben enkele lessen getrokken uit de eerste golf en werken nu net ietsje anders. “In het begin was er zowel vraag van patiënten als familie om hen vroeger dan voorzien naar hun vertrouwde omgeving te laten gaan. Je denkt om goed te doen voor hen, want hier waren zij (of hun familie) ongerust. Helaas bleek dat sommige patiënten te vroeg naar huis waren gegaan en kregen we nadien telefoontjes dat het toch niet zo goed ging. Maar ook voor diegenen die naar hun woonzorgcentrum terugkeerden was het zwaar om dragen. Daar moesten ze, omdat ze uit het ziekenhuis kwamen, eerst twee weken in quarantaine en kregen ze geen bezoek. Kort nadien werd het algemene bezoek in rusthuizen afgeschaft. Zulke mensen hebben weken hun naasten moeten missen. Ook is het vaak zo dat dementerenden bijvoorbeeld enkel in het bijzijn van een vertrouwd gezicht kunnen functioneren. Dat was in de woonzorgcentra op een bepaald moment niet meer mogelijk. Pas op, bezoek toelaten was helemaal geen optie, dan waren er ongetwijfeld nog meer besmettingen geweest.”

De patiënten van Eline Van Hove zijn nu verspreid over de verschillende campussen.

 

Geen ideale oplossing

Het lijkt erop dat men moet kiezen tussen cholera of de pest. “Je tracht voor de oudere en fragiele populatie goed te doen, maar uiteindelijk blijkt er geen ideale oplossing te zijn”, zucht Eline. “Bij de eerste golf durfden patiënten niet hier te blijven of naar hier te komen. Nu merken we wel dat we meer ondersteuning krijgen en huisartsen de patiënten wel doorsturen. Intussen weet men ook dat we een veilige omgeving kunnen ceëren en zorg blijven aanbieden. We nemen ook zelf telefonisch contact op met patiënten of hun familie om te horen of het gaat zodat er zeker geen patiënten hun zorg uitstellen. Tevens is er ook een goede samenwerking met de thuisverpleging en de eerstelijnszorg om juist deze kwetsbare populatie niet uit het oog te verliezen. Indien nodig is er steeds een spoedraadpleging mogelijk. In principe is ook het bezoek in het ziekenhuis beperkt: bij (dementerende) patiënten die echt nood hebben aan nabijheid van familie, maken we wel een uitzondering. Zo hebben we ongetwijfeld al rampen kunnen vermijden.”

Bakje sushi

Eline snakt eigenlijk zelf ook een beetje naar de ‘normale’ wereld die we haast niet meer kennen. “Als mens ben ik blij dat ik ‘s avonds bij mijn gezin kan thuiskomen: mijn man en twee zoontjes. De wereld is nu zó onwezenlijk... nooit gedacht dat we dit zouden meemaken. Natuurlijk kijk ik enorm uit naar ‘ooit’ en weer gewoon te kunnen werken en leven. Echt bang ben ik niet, maar ik snak naar een moment van ‘gewoon’. Thuis even ontspannen is ook niet eenvoudig. Een avondje tv-kijken zonder het woord ‘corona’ of ‘Covid’ lukt niet. Ik heb dan maar leren genieten van de kleine dingen, zoals een boswandeling met de kinderen of samen genieten van een bakje sushi... dat is een van de positieve dingen aan heel dit verhaal”, besluit Eline.