Een rughernia komt vanaf de leeftijd van 30 jaar vaker voor met een piek in de leeftijdscategorie van 45 tot 64 jaar. Vaak gaat het gepaard met een pijn die uitstraalt tot in je been, je kuit en je voet. De pijn wordt veroorzaakt door de discus of tussenwervelschijf die van zijn plaats is gegaan en tegen een zenuw drukt. Meer dan 90% van de discushernia’s ontstaan in de onderrug. Daar is de druk van de wervelkolom het grootst. Meestal verdwijnen de pijnklachten vanzelf na enkele weken. In de zeer ernstige gevallen, wanneer de patiënt veel klachten heeft, kan een rugoperatie nodig zijn. 

In België wordt de endoscopische operatietechniek nog maar beperkt toegepast: in regio Vlaams-Brabant werd de techniek zelfs nog niet aangeboden. Endoscopische rugoperaties worden in Duitsland al meer dan 15 jaar uitgevoerd met zeer mooie resultaten. Vergelijkende studies twee jaar na de ingreep tonen aan dat de kans op het verdwijnen van de herniaklachten aanzienlijk groter is dan bij de klassieke techniek. Zo bleef de lage rugpijn bij 47% van de patiënten weg na een endoscopische ingreep in vergelijking met 25% na een klassieke operatie. Het aantal patiënten dat het werk kan hervatten, bedraagt 95% na een endoscopische ingreep vergeleken met 72,2% na een klassieke operatie.

Voor deze herniaoperatie moet je maar één nacht in het ziekenhuis blijven. De revalidatie vindt thuis plaats met kinesitherapie en verloopt zeer snel. De meeste patiënten voelen na enkele dagen al geen rugpijn meer en kunnen vaak na enkele weken het werk hervatten. Na ongeveer twee maanden mogen zij weer alle bewegingen doen. 

Dr. Hisco Robijn, orthopedisch chirurg in RZ Tienen met subspecialisatie in wervelkolom- en schouderpathologie, heeft zich verder gespecialiseerd in deze techniek in Londen, in Herne (Duitsland) en bij zijn mentor in Waregem (dr. Peter Van Daele, O.L.V. van Lourdes Ziekenhuis Waregem): “Deze endoscopische techniek is een grote vooruitgang in de rugchirurgie en biedt veel voordelen voor patiënten met een rughernia. We moeten geen enkele spier losmaken om de hernia te verwijderen, waardoor de patiënt nadien veel sneller herstelt dan bij de klassieke techniek. We maken een kleine snede van 8 mm in de rug van de patiënt. Via deze opening brengen we een buisje in de rug waarlangs we een camera tot bij de hernia van de patient schuiven. Hiermee kunnen we de hernia bekijken met een zeer goed zicht op de zenuw- en ruggenmergstructuren. Via het ingebrachte buisje halen we de uitstulping en het versleten binnenste deel van de tussenwervelschijf weg. We raken tijdens de ingreep niet aan spieren of zenuwen waardoor er minder kans is op littekenvorming in de rug. De endoscopische techniek kan ook interessant zijn voor patiënten die een nieuwe hernia ontwikkelen na een vroegere operatie aan dezelfde tussenwervelschijf.”

Een groot aantal patiënten met een rughernia komt in aanmerking voor deze spiersparende operatietechniek. Met een MRI-scan bepaalt de chirurg of de hernia behandeld kan worden met een kijkoperatie. Verwacht wordt dat we op termijn meer rugaandoeningen met deze techniek kunnen behandelen.